Anti-tankmuur ter hoog te van de oprit bij het Keizersbolwerk, 1944; foto A.J. Fej. (Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen) Het Keizersbolwerk met het Roeiershoofd Op het einde van het Roeiershoofd bevond zich sedert 1924 een bemande uitkijkpost van het loodswezen. De Duitsers bouwden vanaf zomer 1942 op deze plaats een tor pedobunker die ook heden ten dage nog altijd tot de verbeelding spreekt. In 1942 begon de Duitse Marine met de constructie van deze overdekte torpedobat terij op de plaats van de voormalige uitkijk post, die kort daarvoor was gesloopt. Het fundamentblok was van gewapend beton maar de constructie was slechts 40 cm dik en het dak bestond uit betonbalken. Het geheel was dus niet veilig bij een gerichte aanval, maar wel bood het complex enige bescherming tegen scherfwerking bij een aanval in de omgeving. De bouw verliep met hindernissen temeer omdat met stormweer niet gewerkt kon worden en de aanvoer van bouwmaterialen vaak over het paalhoofd moest. De vissers met hun hoogaarsen passeerden elke dag de in aanbouw zijnde bunker en schudden meewarig hun hoofd. In het onderkomen van de torpedobatterij werden twee zwenk- bare torpedolanceerbuizen geplaatst, in clusief richtmiddelen. In mei 1943 was de batterij operationeel. De torpedo's werden met een soort transportwagen aangevoerd vanuit de kazematten onder de boulevard en gingen via rails naar de kop van de pier. Aanvoer van de torpedo's geschiedde ter hoogte van de reddingsbootsteiger, waar een kraantje stond om ze op te takelen vanuit een binnenvaartuig. De bemanning van de batterij was gehuisvest in een bun ker onder de boulevard, waar tegenwoordig de Westpoortflat staat. Opvallend was de camouflagebeschilde ring op de bunker in de vorm van een paal hoofd. Bij stormweer moest de bemanning zich terugtrekken en het is onduidelijk of de batterij iets toevoegde aan de verdediging van de Scheldemond. Kort voor de geal lieerde landing op 1 november 1944 blie zen de Duitsers de torpedobatterij op. Na de oorlog was het Roeiershoofd een soort wandelpier en aan het eind zaten school jongens vaak namen van schepen op te schrijven. In het water voor de bunker was tot in de jaren zestig het dak nog zichtbaar en de railconstructies van de twee 'torpe dokanonnen' waren nog aanwezig. De toegang tot het Keizersbolwerk was af gesloten door een betonnen tankmuur met een kleine doorgang, die indien nodig met spoorbielzen kon worden afgesloten. Een zelfde constructie was te vinden bij de op rit aan de Coosje Buskenstraat. Ook op de Zeilmarkt was een antitankmuur gebouwd die het kustgebied afgrendelde van de stad. Deze muur werd door de bevolking de 'Klaagmuur' genoemd, verwijzend naar het oude Jeruzalem. Deze betonnen muren Oktober 2019 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2019 | | pagina 19