i\
sleephelling beschikbaar en dwars op de
Dokhaven zijn twee kleine hellingen waar
men kleine schepen als brikken bouwt.
Op de sleephellingen na zijn alle hellingen
overdekt. De kappen over de grote hellin
gen worden al vrij snel na het sluiten van
de marinewerf gesloten. De kleine kappen
over de twee dwarshellingen blijven tot
circa 1910 nog in gebruik waarna ze ge
sloopt worden. Die grote kappen waren to
renhoog. De bekende negentiende-eeuwse
Nederl andse auteur Van Lennep heeft ze
zelfs beschreven. Op 28 augustus 1823
bezocht Jacob van Lennep met zijn vriend
Dirk van Hogendorp de Vlissingse marine
werf en de beide daar op stapel staande
linieschepen. Hij beschreef dat laatste als:
Hier beklommen wij twee hemelhooge
trappen, welke in elkander uitliepen. Men
bouwde in ieder derzelven een linieschip
van verbazende hoogte. Het geraamte van
het eene doorwandelen wij op al deszelfs
verdiepingen. Zulk een schip kost aan het
land een millioen.
Van Lennep zag ook het boegbeeld van het
laatste schip staan: Ik liep tusschen des-
zelfs beenen door, hoewel het beeld voor
overgebogen stond. De in aanbouw zijnde
linieschepen hadden een lengte van 57,80
meter en een breedte van 14,90.
Er worden ook de nodige gebouwen opge
richt en het kleine droogdok Dok van Perry,
wat vanaf het begin niet goed functioneert,
wordt in 1836-1837 aangepakt. Al direct
na het graven voor dit dokje functioneerde
het niet goed en was het ongeschikt voor
verder gebruik. Om toch in het onderhoud
van schepen te voorzien als het gaat om
het onderwaterschip wordt in 1780 naar
Zierikzees voorbeeld een kielkade aange
legd aan de toenmalige Koningskade. Deze
kielkade blijft in gebruik totdat het Dok van
Perry weer bruikbaar is.
Aan het hoofd van de Vlissingse marine
werf staat in de beginjaren nog een vice-
admiraal aan het hoofd. Otto Willem Gobius
blijft tot aan 1839, vier jaar later overlijdt hij
en wordt in Vlissingen begraven. De rang
van zijn opvolgers wordt teruggeschroefd
tot het niveau van kapitein ter zee, iets wat
ook in de twintigste eeuw zo is.
De marinewerf in Vlissingen is ondanks
haar korte bestaan van groot belang ge
weest voor de marine, met name als het
gaat om de scheepsbouw. Nieuwe metho
den en ideeën al dan niet afkomstig uit
het buitenland past men hier toe. De werf
vormt ook een broedkamer voor marine-
scheepsbouwingenieurs. Om het belang te
VAlirjn y>
tol nu pii rd! rl nii_(
Mislukt experiment van de verbouwing van het fregat Rhijn/Rjn in een raderstoomschip; gewassen inktte-
kening H. Speeleveldt 1826. (Zeeuws Archief, Historisch Topografische Atlas Vlissingen)
April 2020
15