servitude. Een indentured servant werkte drie tot zeven jaar conform een contract, waarna hij vrijheid verkreeg en meestal eigen land kreeg toegewezen. De zwarte mensen die in en rondom Jamestown te recht kwamen werkten op deze manier. Van enkelen bestaat documentatie dat zij vrije mensen werden en eigen land bemachtig den. Een zwarte slaaf genaamd Castor had na jaren recht op vrijheid, maar werd door zijn eigenaar middels een rechtszaak toch tot levenslange servitude gedwongen. Dit is een voorbeeld van het begin van de of ficiële slavernij. In 1620 werd de allereerste census van Noord-Amerika gehouden. Er waren in to taal 32 zwarte slaven (servants) in het ge bied rond Jamestown, vijftien mannen en zeventien vrouwen. Vier jaar later, na de aanval van de indianen, waren er nog maar 21 over. De slaven kregen ook te maken met het voor hen onbekende concept win ter. Kou kenden ze niet. Verschillende slaven zullen, gezien de op geschreven namen, door de Portugezen christ el ijke namen hebben ontvangen. Twee van de eerste slaven waren Antoney Negro en Isabell Negro. Zij trouwden als servants en werden in 1624 ouders van zoon William. Deze William staat te boek als het allereerste zwarte kind dat werd geboren in Noord-Amerika. William komt voor het eerst voor op een censuslijst van 1624-1625 met de opmerking dat hij was gedoopt. Omdat men geen christenen (ge- doopten) tot slaaf maakte wijst dit gegeven erop dat hij vrij geboren werd. Of Antoney en Isabell van de Vlissingse White Lion kwamen, valt niet vast te stellen. Zij staan op een lijst uit 1622 met mensen die de aanval in Jamestown overleefden, maar in 1621 arriveerde ook de James uit Groot- Brittannië met slaven aan boord. De White Lion Historicus Victor Enthoven schreef in 2010 in Nehalennia dat de White Lion eigen lijk de Witte Leeuw van kapitein Andries Veron moet zijn geweest. Van Veron is na melijk wel een Nederlandse kaperbrief van prins Maurits te vinden, maar van kapitein Colyn Jope niet. Kapitein Verons kaper brief is echter van 19 augustus 1619, ruim een maand nadat de slaven al ver weg in de West waren geroofd. Verons schip kan hierom simpelweg niet de gezochte White Lion zijn. In 1609 werd de Middelburgse Den Witte Leeuw van Aert Aertssen beroofd door twee schepen uit Plymouth, maar dat schip was een handelsschip en geen Man of War. Ook is de White Lion niet het VOC-schip Witte Leeuw dat in 1613 verging bij het eiland Sint Helena. De Amerikaanse schrijver Tim Hashaw deed onderzoek en identificeerde de White Lion als zijnde van origine een Portugees schip. Hij baseert dit op de stelling dat kapitein Colyn Jope de White Lion rond 1609 kocht van een kapitein genaamd Erisey. Jope was de dominee van Erisey in Cornwall. Juist; een dominee die kaper werd en slaven ging verkopen Bewijs van de verkoop van dit Portugese schip is niet geleverd, maar deze White Lion is de meest voor de hand liggende kandidaat als zijnde het juiste schip. Zeker gezien Erisey en Jope zo dicht bij elkaar in de buurt woonden. Aan dit schip van kapitein Erisey zit een op merkelijke geschiedenis. Het werd als Leao Blanca samen met de Pelicano (Pelikaan) in 1570 gebouwd op een scheepswerf vlak bij Lissabon. Met ieder tien stukken ge schut voeren zij in Portugese dienst totdat de Spaanse Armada ze een jaar later vor derde voor oorlog tegen Engeland. In 1579 veroverde het Vlaamse Tweede Eskader de Leao Blanca en herdoopte het Witte Leeuw. Na het overlijden van Willem van Oranje in 1584 verkocht men het aan de calvinistische Engelse Lord High Admiral Charles Howard die het doorver kocht aan de beroemde Engelse ontdek kingsreiziger Sir Francis Drake (1540 1596). Drake herdoopte het tot White Lion en stelde de kaper James Erisey uit Cornwall (zuidwestpunt Engeland, ten wes ten van Plymouth) aan als kapitein. Later leende Erisey 220 pond van Drake en kocht het schip van hem. April 2020 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2020 | | pagina 27