©Ijc maetfi bp ËMliu irgt-
VLISSINGEN
«irrflfTSèclirpdinintDtïiiu-Dc
Drr ©faöc
Z E, -E JL A N D T>
naar een bewijs van toestemming van de
kerkmeesters kon overleggen. Een praktijk
die tegenwoordig nog geldt, al zijn de kerk
meesters vervangen door het gemeentebe
stuur van Vlissingen.
Het ging er niet altijd even zorgvuldig aan
toe op het kerkhof. Pensionaris N.C. Lam-
brechtsen klaagt in 1780 over ongehoorde
praktijken van het opstapelen van lijken in
de 'gemeente put', die soms nauwelijks zijn
afgedekt.
Fokker noemt voor Middelburg in 1666 een
aantal van 1385 doden. Middelburg telt wel
tweemaal zoveel inwoners dan Vlissingen in
die tijd. Evenals in Middelburg is het voor
Vlissingen moeilijk te bepalen welk deel
van de gestorvenen aan de pest overleed.
Dat het aandeel groot is, dat kan niet an
ders, maar het doodgaan aan allerlei an
dere kwalen ging onverminderd door. De
pokken, mazelen en difterie lieten zich al
tijd al flink gelden. In Zeeland lag het sterf
tecijfer sowieso al hoger dan in de overige
Republiek. De ongezonde (moeras)luchten
en gebrek aan goed drinkwater waren hier
debet aan. Malaria kwam tot ver in de ne
gentiende eeuw voor. De zeventiende-eeu-
wer was vertrouwd met de dood, hij moest
wel.
Hoeveel doden telde de stad dan in een
'normaal' jaar? Het jaar 1667 geeft in Vlis-
singen een aantal van 625 begraven perso
nen te zien en het jaar daarop komt uit op
576. In het jaar 1648, waarin de Vrede van
Münster wordt ondertekend, stopt de teller
bij 451 doden. Gemiddeld telde de periode
1625-1668, een periode waarin de bevol
king nauwelijks groeide, ruim 500 doden
per jaar. In tijden van de pest kon een der
gelijk getal oplopen tot ruim tweemaal of
bijna driemaal normaal.
De familie Verdiest
Met zulke aantallen als in 1666, kan het
niet anders of dit treft soms hele gezin
nen. De familie Verdiest bijvoorbeeld. Op
9 juli 1666 ontvangen de kerkmeesters
de kerkrechten voor de begrafenis van de
vrouw van Pieter Verdiest. Twee dagen later
laat Pieter een testament opmaken bij de
Vlissingse notaris Jan Tobiassen. Hij wijst
kapitein Maerten Wadde, mogelijk de broer
van zijn moeder, of zijn zwager aan als zijn
erfgenaam. Hij voorziet een slechte afloop
voor hem en de kinderen. Dat blijkt zo te
zijn. Tien dagen later zijn ook hij en de twee
kinderen dood.
Volgens de regelgeving moet het huis zes
weken worden afgesloten. De inboedel mag
tijdens die periode niet worden verkocht of
te koop worden aangeboden op de vendu-
markt. Die wordt elke week op de Oude
Markt (Luisenmarkt) gehouden. Wie de
familie Verdiest te hulp is geschoten, mag
zich niet in andere huizen vertonen of on
der de bevolking mengen. Het beddenstro
en vuil water dat uit een besmet huis komt
moet bij nacht en ontij over de stadsmuur
worden gekieperd.
De erfenis bedraagt inclusief hun woning
in de Breewaterstraat (wijknummer D128)
600 ponden Vlaams.
De overledenen moesten bij voorkeur met
zonsopkomst begraven worden, in elk ge
val 's morgens, waarbij het doodskleed
voorzien moest zijn van een grote rode let
ter P. Het zijn richtlijnen om besmetting te
ORDONNANTIE
Wier met dit een yder-hem fjl hebben
lc reguleren in dele bedroefde
Tydcnvjii T STE.
Tm VL l S S1N G E ff,
Gr^rurkt by Jhcijrc dt Jö Ordmirh SehIe*-
Jnh.kcf v.aootih prwicManititfjü.
Voorblad van de ordonnantie op de pest, 1652.
(Zeeuws Archief, Verzameling Ordonnanties
Vlissingen)
6
Den Spiegel