Zeeuwen in het Caribische Gebied, Saba
Sint Eustatius
Geert Stroo
M
st ik rsTAflni ra*
De zeventiende eeuw was de Gouden Eeuw voor
de Republiek der Verenigde Nederlanden. De
Nederlanders voeren over de wereldzeeën om
nieuwe koloniën te stichten en hun handels
imperium uit te breiden. In de West hadden de
Kamers van de West-Indische Compagnie (WIC),
met name Amsterdam en Zeeland, in de
zeventiende eeuw grotendeels een eigen
invloedssfeer en kan er in feite over Zeeuwse
koloniën gesproken worden. In Den Spiegel
verschenen eerder artikelen over Berbice en
Tobago. Deze keer zijn Saba en Sint Eustatius
aan de beurt
Een eiland als patroonschap
Nadat de WIC in 1621 was opgericht, kreeg
het al snel financiële problemen na on
der meer de mislukte veroveringspoging
van Brazilië (1623-1625). Daardoor kon
de WIC onmogelijk raad geven en daad
bieden aan de grote hoeveelheid koloni-
satieverzoeken die bij de kamers werden
ingediend. Hierop werd besloten om via
de zogenaamde 'vryheden en exemptien'
koopmannen, voornamelijk notabelen, ei
gen koloniën te laten stichten onder de pa
raplu van de WIC. Dit soort privé-koloniën
werden patroonschappen genoemd en de
eigenaar een patroon. Het systeem had iets
weg van het systeem van oude heerlijkhe
den in Holland en Zeeland. De Zeeuwse
invloedssfeer lag vooral in het Caribische
Zeegebied (de Kraalzee) en de Wilde Kust
(Vaste Kust of Guyana's) in de West. Dit
waren voornamelijk Berbice en Essequibo
op de Wilde Kust en Tobago, Saba, Sint
Eustatius en Sint Maarten in de Caribische
Zee. De eerste Zeeuwse patroonschappen
werden in 1628 gesticht, de laatste eindig
den in 1714. De meeste gebieden bleven
ook nadat zij geen Zeeuws patroonschap
J- M ,1 rtï i
,l 1
L II, A D E v
N'. Tl BA
- J* I KI KT V f I f s
f
Kaart van de Nederlandse Antillen; inzetkaartje met
o.a. Saba en St. Eustatius, 1862; kaart
Gerard Voorduin. (Rijksmuseum Amsterdam).
meer waren een Nederlandse kolonie. De
meeste Zeeuwse patroonschappen worden
in Vlissingen met een straatnaam herin
nerd.
De bovenwindse eilanden
Sint Eustatius, Nieuw-Zeeland en de
Gouden Rots. In de loop der eeuwen heeft
Sint Eustatius meerdere (bij)namen gehad.
Voor het gemak hanteer ik hierna de term
die de Statianen zelf liefkozend hanteren:
Statia. Het eiland kent een rijke geschiede
nis en is al sinds eeuwen in Nederlandse
handen. Sinds 2010 is het eiland, als
Caribisch openbaar lichaam, een bijzon-
8
Den Spiegel