Pakkend
Jaco Simons
Het hoofdstedelijke Rijksentrepot en de rol van Jan Jacob Rochussen
In de oostelijke helft van Amsterdam, niet ver
van Het Scheepvaartmuseum, staat aan het
Entrepotdok een lang lint van pakhuizen. Alle
panden werden in 1828 voorzien van een naam
van een Nederlandse stad waarmee Amsterdam
nauwe handelscontacten had. Voor wat
betreft Zeeland vinden we de pakhuizen Goes,
Middelburg, Veere, Zierikzee en natuurlijk ons
eigen Vlissingen. Niet zo zeer de namen van
de pakhuizen, als wel de door koning Willem I
aangewezen belangrijkste man achter de lange
reeks uit de kluiten gewassen panden, een
nazaat van het Vlissingse geslacht Rochussen,
is voor ons interessant.
Pakhuizen in de Plantage
In de zeventiende eeuw was Amsterdam dé
opslagplaats van Europa. Vanuit de hele
wereld kwamen vervoersstromen samen
op dit centrale distributiepunt van goede
ren. Specerijen uit Azië, bont uit Amerika,
ivoor uit Afrika, walvistraan uit Spitsbergen
en graan uit Polen, om maar een greep te
doen.
Goederen werden aanvankelijk opgeslagen
op zolders of in kelders van statige Amster
damse koopmanshuizen. Omdat de ruimte
steeds beperkter werd, moesten speciale
huizen voor opslag worden gebouwd. De
meeste van die pakhuizen waren in parti
culiere handen, naast een aantal opslag
panden dat in handen was van de overheid.
Rond 1690 werd de zogeheten 'Vierde Uit
leg' aan de oostzijde van de hoofdstad
gerealiseerd. Deze stadsuitbreiding werd
de Plantage genoemd, een warande van
groen waar Amsterdammers, zowel de
meer als minder bemiddelde, hun volks
tuintjes avant la lettre konden kopen en het
drukke stadscentrum konden ontvluchten.
Aan de toenmalige Rapenburgergracht, la
ter Entrepotdok genoemd, werd rond 1708
een reeks particuliere pakhuizen gepland.
Deze locatie bevindt zich overigens op een
steenworp afstand van de oudste dierentuin
van ons land, Artis. Nadat de kavels aan
de Rapenburgergracht in kaart waren ge
bracht, werd begonnen met de bouw van de
panden. Het jaartal 1710 prijkt dan ook op
de eerst gebouwde gevels. Het oudste pak
huis werd aanvankelijk naar de Noorse ha
venstad Drontheim (Trondheim) genoemd,
maar zou ruim een eeuw later worden om
gedoopt in Middelburg. De oorspronkelijke
naam herinnert aan de grensoverschrijden
de handelscontacten van de Republiek der
Verenigde Nederlanden. Vervolgens zouden
in de achttiende, maar vooral in het begin
van de negentiende eeuw meer panden
worden bijgebouwd.
Algemeen Rijksentrepot
Na de economische teruggang in de Franse
tijd kwam er in 1827 een initiatief van ko
ning Willem I om de handel in Amsterdam
te stimuleren: de oprichting van het
Algemeen Rijksentrepot, een soort opslag
zone. De al bestaande 51 pakhuizen uit
1710 werden door de overheid opgekocht
en er werden 33 nieuwe bijgebouwd. In de
loop van 1829 werden de nieuw gebouwde
panden opgeleverd en een jaar later was de
statige toegang tot het entrepot, het zoge
heten poortgebouw, gereed.
Het woord entrepot is uiteraard afkomstig
uit het Frans en staat voor een verzegelde
opslagplaats waar aangevoerde goederen
uit het buitenland onder douanetoezicht
worden opgeslagen en waarvan de bestem
ming nog niet vaststaat. De goederen lagen
in het streng bewaakte Rijksentrepot als
14
Den Spiegel