Entrepotdok wordt omgebouwd, foto Architectenbureau J. van Stigt,
(Collectie Stadsarchief Amsterdam).
Verval en herstel
Het Rijksentrepot was geen lang leven be
schoren. Het einde ervan kwam vooral als
gevolg van de aanleg van het Noordzee
kanaal. Steeds grotere schepen bezochten
nu de haven van Amsterdam en die konden
vanwege hun omvang het entrepotdok niet
in. Toch werden er aan het dok nog steeds
goederen opgeslagen, echter voor plaat
selijk gebruik. In 1890 werd dan ook de
overdracht aan de gemeente Amsterdam
geregeld en in 1895 volgde de officiële op
heffing als Rijksentrepot. Geleidelijk aan
zette de vervalperiode zich voort. Vooral
na de Tweede Wereldoorlog was leegstand
eerder regel dan uitzondering.
Tussen 1981 en 1992 werd het sterk ver
pauperde dok aangepakt, met als motto:
betaalbare woonruimte creëren in histori
sche opslagpanden. Dat was destijds een
uniek concept, want wonen in een voor
malig pakhuis was geen goedkope zaak.
Bijzonder aan het project was bovendien de
omvang en historische waarde van de reeks
panden; het entrepotdok was namelijk één
van de langste historische gevelwanden
van maar liefst 500 aaneengesloten meters
en daarbij één van de best bewaard geble
ven pakhuizencomplexen van Europa.
De ontwerpen en realisatie die volgden,
waren gericht op sociale huurwoningen en
ruimte voor startende ondernemers, die
voor Amsterdamse begrippen een voor
delige huurprijs aangeboden kregen. De
initiatieven kwamen voornamelijk van de
doortastende Amsterdamse wethouder Jan
Schaefer, die bekend stond om zijn straat
taal tijdens eindeloze vergaderingen: 'In
gelul kun je niet wonen.' Zeker in dit geval
een toepasselijke uitspraak!
Voor architectenbureau Van Stigt en wo
ningbouwvereniging De Dageraad bete
kende het entrepotproject een uitdaging
omdat pakhuizen worden gekenmerkt door
geringe lichtinval. Bovendien is de inde
ling langwerpig en zijn de hoogtes van elke
Oktober 2020
17