pov /T)
z
1
*6-t #7M
Cd,
J A
:-i.
S,
J.4I
-
.<T,
4l
ltu i A t> t Mc
y 34. /J J
t" 1
f iS €~f**-» tfjKf .-"T
4$ -.'w*i -j.
Itfirt.r'K'JJ
/vW'- .w£i' -JVrfAVr jfofeAy,
■V 4T\ f-i,
-t ,r *?-
^-vv.jV v, r v/
.1.^ 'j,-.:.
f J? - r «- l
-■ k'4- ~V.J 'f
4 l ,,^!V A> .-.■J.-«.>
l1!- r'.'-ss.-t/:
ii l ■tsmp&iték-
J rJ"
JJ iïj^t.yaril
V tl h. Jn f.i* ./-J
™i f? y's
I v mr:tf
tf* >f-Ï4'i
1 I
i
'J
.tAr...
F\
-- 0<-:
Jf'
J 1
JWT r
4.4* y
-Jl,.
f -
I - J
-
■i
.-i 1
Producten die op 29 december 1738 bij
Trinidad geruild worden tegen producten
tabak en huiden; MCC, inv.nr. 369.
zoals
land. Intussen is het juli 1739 en ligt het
schip bij het eiland Ilha de Pinos, een eiland
voor Cuba. Al met al duurt de handelsmis
sie lang, pas in juni 1740 keert het schip
terug in Middelburg. Jacobus Robette is
dan 19 maanden van huis geweest.
Aan boord
In totaal bestond de bemanning en offi
cieren uit 52 opvarenden, waaronder 32
mat rozen. Een scheepsbemanning was
altijd een divers gezelschap, globaal be
stond deze bij de Commercie Compagnie
voor een kwart uit Zeeuwen (hoofdzake
lijk Middelburgers en Vlissingers), voor
een kwart uit Hollanders en voor de helft
buitenlanders, met name mannen met een
Scandinavische achtergrond.
Er waren niet minder dan zeventien Vlis-
singers aan boord. De hele navigatie was
in handen van Vlissingers. In totaal werd
er 13.860 gulden aan gage uitgekeerd op
deze reis.
Uit de brief blijkt dat het thuisfront al op de
hoogte is van het feit dat inmiddels twee
bemanningsleden aan boord zijn overleden:
de bootsman Gerrit Feytkens en matroos
Jacobus de Ny. Daarna zou een maand
voor terugkeer Jacob Colynbyn nog over
lijden.
Vlissingse bemanningsleden van de
Eendracht 1738-1740
Pieter Meegem, kapitein
Willem Christiaense, opperstuurman
Joos Jispe, 2e stuurman
Cent Covent, 3e stuurman
Pieter Jacobsen, oppertimmerman
Hendrik de Rijk, constabel
Gerrit Planke, kok
Adriaen van Weele, ondertimmerman
Joost Huybregtse, bootsmansmaat
Pieter de Meyer, constabelsmaat
Jacob van der Laan, matroos
Jacob de Ny, matroos
Cornelis Cornelisse, matroos
Jacobus Robette, matroos
Jacob van Leuwen, oploper
Willem Buyseres, scheepsjongen
Jan Nortier, scheepsjongen
Bron: Zeeuws Archief, Archief MCC,
inv.nr. 370; soldijrol
Matroos Jacobus Robette komt veilig thuis
op 18 juni 1740. Een week later zet hij een
kruisje bij zijn naam en ontvangt zijn reste
rende gage van 233,60 gulden. Bij vertrek
had hij twee maanden gage (24 gulden) op
de hand gehad, zodat het thuisfront niet he
lemaal zonder geld zat tijdens zijn reis. De
gage werd precies uitgerekend: 19 maan
den en 19 dagen duurde de reis en op basis
hiervan kreeg hij uitbetaald.
r*/
rïf, t'fit n//?V A -
V. 11 JP O Jtf '/J -*ï
tsF J3' j*
Afrekening op de monsterrol voor Jacobus Robette;
MCC, inv.nr. 370.
16
Den Spiegel