muZEEumnieuws Karen Kroese Als jongen van een jaar of twaalf kwam de Koudekerkenaar Leo van Druten voor het eerst in het Stedelijk Museum Vlissingen en zag daar de tegelcollectie. Het greep hem aan: 'Het heeft me nooit meer losgelaten. Ik was goed bevriend met W.P. Jacobs, die in de jaren tachtig een boekje heeft geschreven over de tegelcollectie in Vlissingen. Ik ben nu bijna zeventig en bestuurs lid van het Nederlands Tegelmuseum in Otterlo. Natuurlijk wist het team van het Zeeuws maritiem muZEEum van het bestaan van de tegelcollectie uit het voormalige Stedelijk Museum Vlissingen, maar toch zijn de medewerkers blij verrast door de omvang en de staat van de tegels. Gabriëlle Baumann, de projectleider van de inven tarisatie, vindt vooral de schouwstukken Geloof en Hoop erg mooi: 'De haren van de vrouwen op de tableaus zijn prachtig uitge werkt en ook de kleding is heel mooi weer gegeven.' Bij een schouw is er altijd maar plaats voor twee voorstellingen: een rechts Bruikleen? 'De Vlissingse verzameling is een mooie collectie die hoort bij de top 15 in Neder land. Groepen tegels uit de collectie ko men van één baksel; dat is best uniek. Een aantal tableaus uit de collectie is bijzonder, zoals De Levensboom uit 1717. De hele collectie geeft een mooi beeld van de tegel productie in Nederland. Het is goed dat er zorg is voor de tegels, maar het zou zonde zijn als het nu weer allemaal verdwijnt in de opslag. Dus als bestuurslid ga ik een bal letje opgooien voor een bruikleen of een expositie.' Tegen de tijd dat deze Spiegel verschijnt, is het werk gedaan. Dan zijn alle tegels uit het voormalig gemeentelijk archief Vlissingen gecontroleerd, beschreven en opgeslagen in de gebouwen van de COVRA. en een links van de haard. Dus er moes ten keuzes worden gemaakt; dat begrijpt Baumann ook wel. 'Toch jammer dat juist Liefde ontbreekt.' Majolica Tegels waren in het begin van het gebruik ervan vooral praktisch: ze hielpen tegen het vocht in veel huizen en waren makke lijk schoon te maken. De tegels werden te gen de plinten aangezet. Later bekleedden mensen hun muren ook met tegels. Het gebruik van tegels in huis kwam mee met immigranten vanuit het zuiden. De te gel vindt zijn oorsprong in Perzië (het hui dige Iran) rond het jaar 1000. Met de be zetting van Spanje door de Moren, kwam er op het Iberisch schiereiland een bloei ende tegelproductie op gang, met name op Mallorca. Vandaar dat de tegels de naam Majolica meekregen. Via Spanje kwam het ambacht van tegels bakken en beschilde ren naar Italië en van Antwerpen over de Schelde naar Nederland. Een van de weinige tegelmakers die neer streek in Middelburg was Joris Andries. Zijn vader Guido de Savino had vanaf 1508 een werkplaats in Antwerpen. Joris was een van zijn zes zonen. Misschien dat zijn geloof hem naar het noorden zond? Feit is dat hij in 1564 een tegelmakerij begon in Middelburg. Later is hij verder getrokken naar de Randstad, waar er meer tegelpro ductie was. Mogelijk dat een van zijn tegels nog in de collectie is terechtgekomen. Het geel in zijn werk zou iets citroeniger geel zijn dan het geel van andere makers, dat meer naar het oranje neigt. Een onderzoek waard. Hoe dikker hoe ouder Het vervaardigen van gedecoreerde tegels was een specialistisch en langdurig werk. Vergis je niet: er waren geen thermometers 28 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2021 | | pagina 30