ten verrichten aan de beschadigde zeedijk.
Zij konden in de barak van Fort Ramme-
kens worden gehuisvest. Als gevolg daar
van moest het gezin van de fortwachter
hun woonruimte verlaten. Hiermee ging het
toezicht verloren op de opgeslagen grote
hoeveelheid wapens en munitie in het fort.
Verplaatsing van de wapens en munitie was
dus strikt noodzakelijk. In de omgeving
van het fort was een begin gemaakt met
het ruimen van de landmijnen vanwege de
noodzakelijk herstelwerkzaamheden aan de
dijk.
In mei 1945 maakte de burgemeester van
Ritthem in zijn verslaglegging ernstige be
zwaren tegen de verse vis- en groentedis
tributie op Walcheren. De geïnundeerde
plattelandsgemeenten vielen buiten deze
distributie. De inwoners hadden weliswaar
voldoende voedsel maar het eenzijdige me
nu bevatte te weinig vitaminen.
Halverwege het jaar was begonnen met het
opspuiten van zand nabij het gebombar
deerde gat in de dijk. Men hoopte vóór het
aanbreken van het stormseizoen alle gaten
in de Walcherse dijken gedicht te hebben
zodat aan de droogmaking begonnen kon
worden.
Voor het eerst sinds de inundatie kregen de
inwoners van Ritthem weer de beschikking
over elektriciteit. De NV PZEM legde hier
voor een noodleiding aan in de bebouwde
kom. De gasvoorziening bleek een iets las
tiger op te lossen probleem.
Met het ruimen van landmijnen in het be
langrijke landbouwgebied van de Schorer
polder was eindelijk begonnen. Hiervoor
werden Duitse militairen ingezet.
De wens om de beschadigde dijken nog in
1945 te dichten kwam niet helemaal uit.
De dijkgaten van De Nolle, Westkapelle en
Vrouwenpolder konden in oktober nog wor
den gedicht. De dijk bij Rammekens moest
wachten tot 22 februari 1946.
De verslagen van Oost- en West-Souburg
De strijd om de bevrijding van Walcheren
had ook grote gevolgen voor Souburg.
De inundatiebombardementen van begin
oktober 1944 zorgden ook in beide delen
van Souburg voor overstroming. Ter voor-
Sluiting van het gat in de
dijk bij Fort Rammekens,
circa 1945. (Zeeuws Archief,
Fotocollectie Vlissingen)
Den Spiegel