en verruilden voor cellen op de zolderver dieping. Eigenlijk was het gebouw niet ge schikt voor de ziekenzorg en deze consta tering resulteerde in het besluit om naast het weeshuis een ziekenhuis te bouwen. De Rotterdamse architect A.A.J. Margry kreeg opdracht voor het maken van een ontwerp en ook tijdens de bouw kon het bestuur rekenen op de adviezen van dokter Staverman. Het nieuwe ziekenhuis, dat ge wijd was aan Sint Joseph, kon in 1913 de deuren openen. De fraaie ingangspartij be vond zich ongeveer tegenover de Kasteel straat. Hierin was een zandstenen tableau opgenomen dat Christus als trooster der lijdende mensheid voorstelde. Vanuit het klokkentorentje boven de ingang klingelde driemaal daags het Angelusklokje dat op riep tot gebed. In het eerste jaar werden 270 patiënten opgenomen met een totaal aan ruim 7.500 verpleegdagen. Er werkten zes artsen waaronder Staverman, Duijvis, De Koning en Vermaas. Vijftig jaar later toonde een andere telling. Er waren toen 21 artsen en het aantal verpleegdagen lag op circa 60.000 per jaar. Al twaalf jaar na de ingebruikname van het ziekenhuis kwam er een nieuwe vleugel met een polikliniek en een laboratorium. Naast dit nieuwe deel lag de schoenfabriek van A.J. Klijberg. Deze fabriek stopte haar activiteiten in 1926. Omdat er bezorgdheid heerste dat hier een nieuwe fabriek zou worden ge vestigd die mogelijk hinder zou gaan ver oorzaken besloot het bestuur de fabriek te kopen en te gaan verhuren. Na de opening van het Ziekenhuis Bethesda in 1931 sloot het Gasthuis aan de Hellebardierstraat de deuren en waren er in Vlissingen weer twee ziekenhuizen. Oorlog De ligging van het ziekenhuis in de directe nabijheid van De Schelde, de marinebasis en de elektriciteitscentrale van de PZEM baarde het bestuur grote zorgen. Op last van de burgemeester volgde op 11 mei 1940 een gedeeltelijke evacuatie naar Hotel Britannia. Dat bleek ook geen veilige plek en in hetzelfde pinksterweekend werd er verhuisd naar de villa Vijvervreugd in Koudekerke. De maand mei was nog niet ten einde en alles keerde weer terug naar de Van Dishoeckstraat, de ouden van da gen en invaliden uitgezonderd. Het zieken huis bleek geen veilige plek. Een voltreffer tijdens het bombardement van 9 januari 1941 raakte de 18 jaar oude kapel. Hierbij kwamen drie religieuzen om het leven. Hierop volgde de verhuizing naar het nood ziekenhuis aan de Bonedijkestraat op een aantal afdelingen na, zoals de röntgenaf- deling en de polikliniek. Na de inundatie bombardementen van oktober 1944 bleef de Van Dishoeckstraat droog. Een deel van de patiënten in Bethesda, dat wel in het wa ter stond, verhuisde toen weer naar het Sint Josephziekenhuis. Eind oktober 1944 werd Sint Joseph tijdelijk door het Rode Kruis overgenomen onder leiding van de arts H.J. Jens. Het ziekenhuis raakte tijdens de strijd om de bevrijding van de stad in no vember 1944 zwaar beschadigd, maar kon vrij snel, zij het provisorisch, weer functio neren. De naoorlogse periode Verreweg het grootste deel van de Vlissing- se bevolking bleef het Sint Josephzieken- huis trouw. Daarom werd het een open ziekenhuis. Uit een onderzoek bleek dat circa 75 procent van de patiënten van niet- katholieke huize was. In het begin van de jaren vijftig verrees achter het ziekenhuis het Mariapaviljoen voor de verpleging op het gebied van neurologie en psychiatrie. Kort daarna volgde het verpleegstershuis, gebouwd op de locatie waar eerder de schoenfabriek van Klijberg stond. Tussen dit gebouw en het hoofdgebouw werd in 1960 de kinderafdeling gebouwd, maar het bestuur was het gedoe met al die geldver slindende verbouwingen een beetje beu aan het raken. Er kwam een plan voor de bouw van een nieuw algemeen ziekenhuis, een futuristisch uitziend gebouw van zes ver diepingen. In het begin van de jaren zes tig was er al een stuk grond gekocht aan de Govert Flincklaan, ter hoogte van de huidige bouwmarkt Gamma. Ook het be- April 2021 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2021 | | pagina 11