onder leiding van de pas aangetreden bur
gemeester C.A. van Woelderen. Het bedrijf
was gevestigd op de hoek van de Singel/
Koningsweg en vervaardigde machineon
derdelen en fijne gereedschappen zoals
frezen, zagen, boren en waterpassen. Voor
Vlissingse begrippen beschikte het over een
vrij groot kantoorgebouw. Hierin was de di
rectie gehuisvest en bevatte ook een zinde
lijk klerkenkantoor, volgens de beschrijving
in de Nieuwe Zeeuwsche Courant. De wer
kelijke fabricage vond plaats in een 80 me
ter lange fabriekshal met imposante boor-,
frees- en slijpmachines. In een aparte
ruimte stonden de ovens waar het staal op
de gewenste hardheid werd gebracht. Het
personeel, dat in aantal van 45 in 1922 uit
groeide tot 75 in 1930, had de beschikking
over een schaftlokaal, waslokaal en ver-
bandkamer. Toch moest de onderneming
na een redelijk succesvol bestaan van ruim
tien jaar de deuren sluiten. In 1931 werd de
zaak ingebracht in de N.V. Klingelnberg-
Fijnwerk te Rotterdam en werden grond en
opstallen verkocht aan De Schelde.
Koningsweg 37-Elektriciteitscentrale
(PZEM-centrale)
De bouw van deze elektriciteitscentrale
heeft alles te maken met de komst van de
elektrische tram en de elektrificatie van
Walcheren. In het begin van vorige eeuw
reed de tram tussen Vlissingen en Middel
burg haar ritjes nog op stoomkracht. De ex
ploitatie van de stoomtram was sinds 1885
in handen van de Société Anonyme des
Tramways a vapeur de Flessengue-Middel-
bourg et Extensions, een maatschappij uit
Brussel. Het bedrijf besloot tot de bouw van
een elektriciteitscentrale, maar niet alleen
om de tram te laten overschakelen van
stoom naar stroom. De ambitie reikte ver
der. De centrale kon ook de stad van elek
triciteit gaan voorzien. Al tijdens de bouw
verschenen advertenties in de dagbladen
waarin aan winkel- en huiseigenaren re
kensommetjes werden gepresenteerd hoe
aantrekkelijk een elektrische aansluiting
kon zijn. Bij normaal verbruik zou het een
huisgezin slechts 65 gulden per jaar kosten
voor een lichtpunt in de gang en in de keu
ken en twee lichtpunten in de woonkamer.
De Brusselse directie koos als bouwloca
tie het terrein naast de in 1907 gebouwde
tramremise. Evenals voor de remise werd
de bouwopdracht verstrekt aan de in Breda
gevestigde firma F.J. Stulemeijer en Co.
In augustus 1909 waren de bouwactivitei
ten aan de Koningsweg al in volle gang
en op 31 mei 1910 reed de tram voor het
eerst met elektrische aandrijving vanaf de
De tramremise aan de Aagje Dekenstraat met op de achtergrond het in aanbouw zijnde ketelhuis van de
PZEM, circa 1931.
(Zeeuws Archief, Fotocollectie Vlissingen; foto T. Duijm).
April 2021
19