Paneel met Vlissingse werf Admiraliteit of WIC, anoniem, ca. 1800. (Collectie muZEEum). tot de machtigste kooplieden uit de pro vincie. De Lampsins hebben een eigen scheepswerf en een lijnbaan waar scheeps touw wordt gemaakt. En een succesvol handelskantoor. Het Lampsinshuis is een stadspaleisje waarmee de familie haar rijk dom aan de buitenwereld toont. Michiel de Ruyter begint zijn carrière in dienst van deze familie. Schepen bouwen op gevoel Nadat we in het muZEEum hebben kennis gemaakt met Cornelis Lampsins, komen we in de zeventiende-eeuwse haven van Vlissingen. Het is er een drukte van jewel ste. Je hoort en ziet timmerlieden, matro zen, tonnenmakers, kooplieden, hoeren en rijke financiers. In de dokken worden sche pen gebouwd. In Vlissingen vooral schepen voor de WIC (West-Indische Compagnie) en de Admiraliteit, in Middelburg voor de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie). Het bouwen van een handelsschip is nogal een operatie. De bouwers doen dat niet op ba sis van bouwtekeningen, maar uit ervaring. Er zijn veel mensen bij betrokken. De ver wachte winsten zijn groot, maar er zijn ook flinke risico's. Investeerders slaan de han den ineen om de risico's te spreiden (net als bij de VOC en WIC). De Lampsins zijn zulke slimme durfinvesteerders. Volmodel We zien een prachtig volmodel van de Prins Willem; het grootste VOC-schip ooit gebouwd in Zeeland (Middelburg). Het is bijna vijftig meter lang en heeft een capaci teit van zo'n 250 mensen. Op het schilderij van de WIC-werf uit circa 1800 is te zien wat de drie bouwfasen van een schip zijn: op stapel zetten, te water laten en afbou wen aan de kade. Heel bijzonder is het mo del van een Vlissingse houtzaagmolen. De uitvinding van de houtzaagmolen betekent een enorme innovatie in de scheepsbouw: men kan zo veel sneller schepen bou wen. Verder zien we gereedschappen van de scheepsbouwers en het zilver van het Scheepstimmerliedengilde. We horen stem men van de timmerlieden over hun vak. Het Wiel van Michiel Een absoluut pronkstuk is natuurlijk het touwslagerswiel van Lampsins, waar Michiel de Ruyter als jongen aan zou heb ben gedraaid. Dit topstuk is Nationaal Be schermd Cultuurerfgoed en onderdeel van de Canon van Nederl and. Het laat zien hoe scheeps touwen werden gemaakt en het zegt natuurlijk ook iets over kinderar beid in die tijd. Michiel was immers pas net van school. De touwslagerij of lijnbaan kon wel 300 meter lang worden. Vlissingen had in de eerste helft van de achttiende eeuw nog drie werkende lijnbanen. Eén daarvan was opgericht in 1617 en eigen dom van de familie Lampsins. Deze lag net onder de vestingwallen, bij de huidige De Willem Ruysstraat boven het dok. In 1812 is het Wiel van Michiel overgedragen aan het Koninklijks Zeeuws Genootschap der Wetenschappen. Nadat het wiel lang is tentoongesteld in Middelburg, kwam het in 1925 gelukkig weer terug naar Vlissingen. Volgende keer gaan we het scheepsruim in om te zien wie er meevaren op een groot Zeeuws handelsschip. Hoe komen de VOC en WIC aan al hun personeel? En wat neem je mee naar zee? Wat is de rol van vrouwen bij dit alles? 26 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2021 | | pagina 28