Geld, mensen en ontwerpen waren hiervoor
in beperkte mate aanwezig. Het verzagen
van prachtige zeilfregatten, om die daar
mee om te toveren tot drijvende batterijen,
bleek op termijn geen optie. Het paste wel
iswaar in het 'neutraal' zijn, maar een deug
delijke defensie vereiste beter materiaal en
dus investeringen.
als Engeland, Duitsland en zelfs Frankrijk.
Hierdoor zag het Koninkrijk zich gedwon
gen een strikt defensieve zeemacht te or
ganiseren voor de Nederlandse kust, de
Wadden- en Zuiderzee alsook de bovenlo
pen van de grote rivieren.
De Frans-Pruisische oorlog van 1870 droeg
enorm bij aan de vrees voor een invasie
vanuit de Noordzee door Frankrijk en/of
Engeland om het nieuwe en sterk gemilita
riseerde Duitse Keizerrijk een lesje te leren.
Een probleem voor de Nederlandse politiek
vormde de pijnlijke vraag: 'Hebben we wel
een zeemacht nodig? Of moeten we onze
Noordzeekust met forten verdedigen?'
De politiek maakte uiteindelijk de keuze
voor grote pantserforten met enorme ar
tillerie-inrichtingen bij Hoek van Holland,
IJmuiden en Den Helder.8 In de koloniën
kreeg de Zeemacht daarentegen enorme
middelen om het gezag te handhaven,
maar voor de wateren in het moederland
juist het tegenovergestelde. In Nederland
moest de Zeemacht het met beperkte
middelen doen. Met name in de Zeeuwse
delta en de Zuiderfrontier (zie hierna) werd
aanvankelijk materieel ingezet dat in feite
nauwelijks gevechtswaarde had en in de
praktijk enorm veel mankementen kende.
Dat varieerde van techniek die niet deugde
tot zeemanschap van een zoetwaterma
troos. Ook was de sfeer aan boord vaak
niet optimaal. Met dreigende taal kondig
den de lokale overheden de verplichting
aan voor zeemiliciens om zich te melden
voor oefeningen. Ook de gebrekkige tucht
en de kloof tussen kader en manschap
pen bevorderden de saamhorigheid niet.
In elk dagverslag in het scheepsjournaal
wordt gesproken over arrestanten en straf-
klassen. De Vlissingsche Courant en het
Middelburgsch Dagblad staan er vol mee.
Het kader van de Zeemacht was een af-
spiegeling van conservatief Nederland.
Elke insubordinatie werd gezien als een
daad van linkse activisten binnen de Krijgs
macht. Niet zelden zien we dat stakingen
en onrusten door het defensieapparaat de
kop werden ingedrukt. De Zeemacht werd
vaak ingezet om de vitale belangen rond
het havenbedrijf en het vervoer over wa
ter zonder strubbelingen te laten verlopen.
Stakingen in de haven van Rotterdam en/
of Dordrecht waren zaken waarvoor de
Zeemacht werd opgetrommeld.9 Het le
ger was in die tijd een ME avant la lettre.
Daarenboven was de Zeemacht de vertol
ker van het Oranjegevoel van het Konink
rijk der Nederlanden dat zijn oorsprong
zocht in de Republiek der Zeven Verenigde
Nederlanden.
We spraken eerder over de Zuiderfrontier.
Dat was een verdedigingslinie parallel aan
Schelde, Maas en Waal. Grofweg vanaf
Sluis in Zeeuws-Vlaanderen tot Nijmegen.
In de tweede helft van de negentiende eeuw
geloofde men nog steeds in verdedigings
linies zoals Waterlinie, Grebbelinie, IJssel-
linie etcetera.
De Zuiderfrontier werd mede vormgegeven
door de Zeemacht op Haringvliet, Zeeuwse
delta en de rivieren Maas en Waal. Verder
zouden enorme inundaties en talrijke forten
in de frontier een aanvaller uit het zuiden
moeten stoppen. Dat kon alleen maar, zo
als vanouds, Frankrijk zijn.
Het belang van zo'n linie was in de Repu
bliek altijd omstreden vanwege de kosten
en de lasten. Aan het einde van de negen
tiende eeuw werd gaandeweg het strate
gisch belang van de Zuiderfrontier gering.10
De politieke verhoudingen in West-Europa
veranderden maar ook het wapentuig. Het
kanon, de torpedo, de karabijn en mijn
hadden de toekomst.
Voor ons verhaal is het wel belangrijk na
drukkelijk aan te geven dat de Zeemacht,
vaak in samenwerking met het Landleger,
grote oefeningen hield in de Zeeuwse delta.
Vanuit de marinebasis Hellevoetsluis gaf
de Zeemacht dan acte de présence op de
diverse Zeeuwse kanalen, evenals op het
Haringvliet en in de Scheldemonden. Het
Juli 2021
5