- - j/yi J 3^1 I \y S4 e c1 i rt v, r n_ '...want het is een vaert die nietgoet en is.' Daarnaast ontkwam men op de grote vaart niet aan de gevaren van alcohol die ook aan wal bestonden. De moeder van Willem Cornelissen Blok schreef op 8 november 1664 vanuit Vlissingen aan haar varende zoons en drong er bij Willem op aan dat hij het geld van zijn scheepsgezel broer Jan zou beheren, zodat deze niet alles aan drank verspeelde: 'ick welde wel dat ghij Jans Jans gelt bestierde dat hij niet in ver- droente.' Niet zelden zijn brieven nog veel intiemer en ben je als lezer getuige van echtelijke ruzies. Heel vaak volgen verwijten van de thuisblijvers aan de zeevarenden dat die zo weinig schreven. Die zeiden vaak geen tijd te hebben gehad, ofschoon er op zee destijds zeeën van tijd waren, maar nu is natuurlijk bekend dat veel van die corres pondentie in oorlogstijd wel verstuurd werd, maar verloren ging. Evenals alle brieven uit de hier behandelde zeepost. Daarom stuur den mensen vaak ook kopiebrieven met an dere vervoerders mee (op de brief gemerkt met copia en een nummer), waardoor post alsnog zijn bestemming bereikte en de ont vanger wist hoeveel brieven verstuurd wa ren. Een zo een geval van een ruzie betreft die tussen de Vlissinger Louis Dircksen en zijn vrouw Elisabeth Andriessen. Zijn broer Reinier verweet Louis in 1665 dat hij wilde scheiden van zijn vrouw om een kleinigheid en weinig liefde betoonde: ben oock seer verwondert dat gij sulcke brieven aen u l[ieve] huijsvrouwe Elisabeth Anderies schrijft om haer te willen verlaeten, alsoo de occasie seer kleijn ende oock een teec- ken is van cleijne liefde dewelcke gij haer toedraecht.' Anderzijds bood het lang van elkaar ge scheiden zijn vaak aanleiding tot on trouw van een van de echtelieden. Zo zal Engelbrecht Witting waarschijnlijk van een koude kermis thuisgekomen zijn naar aanleiding van de brief die hij zijn vrouw Cornelia in de Breewaterstraat stuurde. Op 15 april 1758 lag hij voor anker bij Curasao. Hij schreef Cornelia met de rest van de bemanning mee te willen naar de 'Franse eilanden' (Guadeloupe, St. Maarten en Martinique) zodat hij er Frans leren kon, want Spaans leerde hij op Curasao. Het voetnootje bij deze brief dat door chirurgijn C. Husung aan diens moeder werd geschre ven, zal Cornelia niet gerustgesteld heb ben: 'Het is tegenswoordig so plaijsierig in Carcou [Curasao] alsdat het niet te seggen is, want wij krijgen alle daagen besoes van de Carsousse mijsjes aen boort en aan ons cant mankeert het ook niet om haarlieden te besoeken. Wij kannen al soo goet Spaens cmu Hdtv J p f-F ito(M é'-VcV Uj-ct+tV ■f i r itntuut Brief aan Maeijcken Lamberechts van de Putte uit 1664, foto J. Francke, 2015. Oktober 2021

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2021 | | pagina 11