Op hoogte.... gewicht speelt geen rol,
maar geld wel!
met
G.-Jan Derksen
Voor de Koninklijke Maal schappij
„De Schel deb alhier, heeft de Deutsche
Masdiinenfabrik A. G. een nieuwe
kram van 150 tan geconslrüierd voor
een uliruslipgB bassin, dat gebauwd
wordt. De bouwwijze van deze kraan
wijkt belangrijk at van die der tut nog
loe gebruikelijke reuzen kranen. De
kraan is een lijdbare bukkraan int!
Twee armen van 50 en 20 M lengle.
Op den langstpn arm loopt de loop kal
voor 150 (on draagkracht en boven
dien een draasloopkat voor 15 ton
draagkracht, terwijl de kortste als
tegenwichtarni dienende arm het hef'
werk voor de gioole toopkat draagt.
De loei aaibare werkbelasting van de
kraai! bedraagt 150 ion bij 26.5 M.
vlucht, 100 tor. bij 36.5 M. en 70 ion
bij 46,5 M. gemeten van hei midden
der porlaalsitunen aan de waterzijde.
De rijdhaan dtrloopkaüen strekt zich
uit over het portaal van de kraan
tot aan hut windwerkhu's op den
tegen with farm, zoadat de g rooie
belastingen op iedere plaats binnen
het portaal opgenomen kunnen wor
den, lerwijt de hulpkai zelfs nog aan
den anderen kanl van de kolom aan
de landzijde kan werken.
Herinnering, ambitie, een politiek klimaat en machines
een persoonlijke noot. Deel 2.
April 2022
11
Er was in die tijd een explosieve uitbreiding
van de werf. De kranten stuiterden over el
kaar in de berichtgeving over de bouw van
reuzenkranen op De Scheldewerf.
Op 23 november 1908 maakte de Middel-
burgsche Courant melding van de inge
bruikname van een vierde, tevens de
grootste, ijzeren torenkraan op de werf De
Schelde. Het nieuwsblad De Zeeuw van
9 september 1912 schreef: Op de werf
De Schelde heeft men weer twee draai-
torenkranen gebouwd, zoodat er nu in
het geheel vijf dergelijke kranen staan.
Bovendien is men nog steeds bezig aan het
bouwen van een kraan, die op een na de
grootste der wereld moet zijn. De grootste
zou in Japan of China gebruikt worden. De
nieuwe kraan zal een draagvermogen van
Op 14 november 1911 plaatste de Vlissingse
Courant het onderstaande bericht:
Een tweede zeer markante machine in het
havengebied van Vlissingen was de reus
achtige 150 ton kraan van de Koninklijke
Maatschappij “De Schelde”. Dit bedrijf was
rond 1900 en lange tijd daarna de brood
heer van Vlissingen. Men bouwde schepen
in alle soorten en maten met alles d’r op
en d’r an.1 Daar past wellicht het gezegde
bij wiens brood men eet diens woord men
spreekt
De Vlissingsche Courant van 24 oktober
1911:
Op het oogenblik zijn op de werf der Kon.
Mij. “de Schelde” in aanbouw de funda
ties voor een reuzenkraan tot het aanbren
gen en plaatsten van zware machinedee-
len. Het maximum hefvermogen bedraagt
150.000 K.G. op een afstand van 26 1/2 M.
uit het voorste steunpunt en 75000 K.G. op
een afstand van 46 1/2 M. De hoogte van
den horizontalen arm der kraan is 42 M.
boven den waterspiegel. De totale hoogte is
50 M. boven den beganen grond, juist de
zelfde hoogte als de haan van den onlangs
afgebranden St. Jacobstoren. Het totaal ge
wicht is 700.000 K.G. De beweegkracht is
electriciteit en voor het maximum hefver
mogen zijn 110 P.K. noodig. Bovenstaand
bericht lazen wij in de “Midd.Ct” en bij on
derzoek werd ons de juistheid ervan beves
tigd. 2