Naweeën
Den Spiegel
24
Het graf van zuster Laeta, 2020
(foto Jules Braat)
Voor de gemeente was het duidelijk, Vlis-
singen moest over twee ziekenhuizen be
schikken. Burgemeester en wethouders
stelden voor de Bonedijkeschool ter be
schikking te stellen en de kosten van in
richting en verhuizing voor haar rekening
te nemen. Het R.K. Arm- en Weesbestuur
stemde in met dit voorstel. Wel achtte men
het noodzakelijk in de school een kapel
met altaar in te richten.
De gemeenteraad ging zonder hoofdelijke
stemming met de verhuizing akkoord. In
de loop van februari en begin maart werd
de school voor ziekenverpleging ingericht
en op het dak werd een groot Rood Kruis
aangebracht. In de tweede helft van maart
werden de patiënten overgebracht. De ver
plaatsing gebeurde zonder ophef, geen of
ficiële opening met toespraken, niets van
dat alles.
Kort daarop bezocht een PZC verslaggever
de nieuwe locatie. Het viel hem op dat de
zusters nog steeds sterk onder de indruk
waren van het gebeuren op 9/10 januari
maar toch weer met toewijding hun werk
verrichtten.
De school was met hulp van Sociale Zaken
en Gemeentewerken getransformeerd in
een goed uitgerust ziekenhuis waar 60 pa-
zusters uit Vlissingen terug te roepen. De
Vlissingse overste Wilburgis ondersteunde
die wens. Het ziekenhuis lag in een gevaar
lijke omgeving grenzend aan scheepswerf
KMS, niet ver van de havens en het vlieg
veld nauwelijks twee kilometer verwijderd.
De gevolgen van het bombardement echo
den nog lang na in de bestuurskamer.
Men vond het niet gepast om het 25-jarig
jubileum van voorzitter Van Nieuwland op
16 februari uitgebreid te vieren, er was al
leen een mis in de noodkapel gevolgd door
een eenvoudig ontbijt.
Hoewel de gemeente de kosten voor ver
huizing en inrichting van het noodzieken
huis betaalde kwamen de exploitatiekosten
zoals verlichting en verwarming voor re
kening van het bestuur. Die lasten werden
enigszins verlicht toen provinciaal overste
Digna toezegde dat de zusters een jaar
lang gratis zouden werken. Uitgaande van
de begroting 1941 kwam dat neer op een
bedrag van ruim 4000 gulden. Bovendien
werden een altaar, communiebank en
kruiswegstaties in bruikleen gegeven.
De pastoor had voor diensten in de kapel
een wierookvat uitgeleend. Hij gebruikte
nu een zilveren exemplaar maar wilde weer
graag een koperen vat. Toen in Alverna
niets beschikbaar bleek, werd bij een firma
in Haarlem offerte gevraagd. Na ontvangst
van de offerte, 45 gulden stelde overste
Wilburga voor dit bedrag uit een kapelgift
te betalen.
Ook moest ruimte gezocht worden voor het
laboratorium en moest telefoonaansluiting
op de administratie worden geregeld.
tiënten konden worden verpleegd. Het be
schikte over een volledige operatiekamer
en was voorzien van warm en koud stro
mend water. Wel waren enkele afdelingen
nog in de van Dishoeckstraat gebleven t.w.:
polikliniek, Röntgen- en diathermie, labora
torium, wasserij en ook het eten werd daar
nog bereid. Bij het nieuwe ziekenhuis was
echter een keuken in aanbouw. Voor be
paalde behandelingen werden de patiënten
tussen de oude en nieuwe locatie op bran
cards heen en weer gereden, geen pretje in
de ijskoude winter van1942 en 1943.
Voor de zusters was een kapel ingericht
met meubilair uit het R.K. kerkje in West-
Souburg, huisvesting kregen zij in wonin
gen in de Sottegem- en Nijverheidsstraat.