muZEEumnieuws
Pol Verbeeck
De familie Lampsins: multinationals uit de zeventiende eeuw
Internationaal aanzien
Den Spiegel
26
Na het verhaal over navigeren in de vorige
Spiegel vervolgen we onze reis door de nieuwe
presentatie van het muZEEum. De bouw
van het schip, het personeel aan boord en
handelswaar; het kost allemaal bergen geld.
Hoe kan dat allemaal worden gefinancierd? De
verwachte winsten zijn groot, maar de risico’s
ook. De steenrijke familieleden Lampsins zijn
de durfinvesteerders van de zeventiende eeuw.
Multinationals avant la lettre.
Adriaan en Cornells Lampsins zijn de
machtigste reders in Zeeland. Ook heb
ben ze de grootste vloot van de provincie.
Het fortuin van de broers is zo groot, dat
men generaties lang in Vlissingen en om-
streken nog over een verkwister zegt: ‘Al
had hij het geld van Lampsins, hij zou het
er nog doorheen jagen.’ De succesvolle
kooplieden drijven handel over de hele
wereld. Adriaan zit in het bestuur van de
VOC in Middelburg, Cornelis van de WIC
in Vlissingen. Hun leven draait om finan
ciering, boekhouding, inkoop en verkoop.
Maar vooral om geld en macht. Dat Corne-
lis internationaal veel aanzien had, is te
zien in de vitrine in de Lampsinszaal in het
nieuw ingerichte muZEEum. Hier ligt de
Orde van Sint-Michel: een halsketting én
een draagkruis. Lampsins ontving deze van
de Franse koning Lodewijk XIV. Het was
bijzonder dat hij ze allebei kreeg. De Franse
ridderorde is een soort equivalent van de
Orde van het Gulden Vlies. Het zijn status
symbolen, vaak voor de adel. Op het por
tret van Lampsins is het draagkruis goed
te zien.
Portret Cornelis Lampsins; anoniem schilderij.
(Collectie muZEEum)
Welkom in het bestuurskantoor van Cor-
nelis Lampsins. We zien chique goudleer-
behang dat de wanden siert, met kostbare
schilderijen. Bijvoorbeeld een prachtige
Andries van Eertvelt. Het is de terugkeer
naar Amsterdam van de Tweede Expeditie
naar Oost-Indië. Dat was in 1599.
Vanaf 1595 ontstaan er meerdere com
pagnieën die handeldrijven met Azië. De
specerijenhandel is een lucratieve, maar
riskante financiële onderneming. Als je de
handen ineenslaat kun je de risico’s sprei
den. Dat is een van de redenen waarom
de Verenigde Oost-Indische Compagnie
is opgericht in 1602. Zo kreeg men het
monopolie op de overzeese handel. In
1621 gebeurde hetzelfde voor de han
del op West-Azië (Afrika en Amerika): de
West-Indische Compagnie (WIC) werd in
het leven geroepen. De Nederlanden wor
den oppermachtig in de wereld. Vijftig pro
cent van de schepen op de wereldzeeën is
Nederlands.