Pv A Lit V; Juli 2022 19 Een ontmoeting van Anthonie van Bourgondië, stadhouder en luitenant-admiraal van Zeeland (voor de Spaanse zijde) met het hoofd van de Geuzen Van Kuyk te Vlissingen. Kopergravure van Smies, J.; Marcus, J.E. Zeeuws Archief, ZI-III-0021, Zelandia Illustrata van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Republiek der Zeven Verenigde Nederl anden, is geen vraag meer. Willem van Oranje schreef dat letterlijk in zijn felici tatiebrief op 7 mei 1572. Dat de strijd van de Vlissingers gericht was tegen Spanje is echter een misverstand. Het derde. De brief van Willem geeft daarvoor al een aanwijzing: “Wij waren zeer blij te lezen dat u erin bent geslaagd om uw terechte verzet tegen de tirannie van de Hertog van Alva vol te houden”. Over Spanje repte Willem met geen woord. Er was sowieso in deze eerste periode van de Tachtigjarige Oorlog nooit sprake van een wens om de Nederlanden af te scheiden van het Spaanse Rijk. De eerste Tekening uit 1613 van het kasteel Aldegonde in West- Souburg (papier, Oost-Indische inkt, Zeeuws Archief, ZI-III-0021, Zelandia Illustrata van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, ZI-II-0880). regel van het eerste couplet van het Wil helmus, omstreeks 1570 geschreven door waarschijnlijk Marnix van Sint Alde- gonde op zijn kasteel in West-Souburg, is daar direct duidelijk over: “Wilhelmus van Nassouwe, ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij, onver- veerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.” Het is ook een passage die een beeld geeft van de ingewikkelde geo politieke constellatie waarvan de meeste landen in Europa onderdeel waren en die dateerde uit de tijd van Karel de Grote en zijn nakomelingen als soevereine vorsten en leenheren van de hoogste orde. De gedachte achter dit stelsel op zich was simpel: in een tijd waarin de snelste vorm van communicatie plaatsvond door ruiters te paard, was het onmogelijk om grote gebieden te regeren, laat staan, zoals in het geval van Karel de Grote, een heel rijk dat het grootste deel van Europa bestreek. De allerhoogste baas, die alleen verantwoor ding aan God behoefte af te leggen was de soeverein: meestal een koning en soms een keizer. Die deelde zijn rijk op in een beperkt aantal kleinere gebieden en leende deze uit aan lagere vorsten zoals hertogen en graven. De keizer was dan de leenheer en degenen die de grond mochten beheren, de leenmannen. Omdat deze gebieden nog altijd groot waren, konden de graven en de hertogen dezelfde constructie toepassen -5“

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2022 | | pagina 21