Misverstand 6. Pacheco was een monster Den Spiegel 24 Twee leiders van de watergeuzen die in april 1572 naar Vlissingen kwamen: Willem Bloys van Treslong en Jerome Tseraerts (Afdruk van een tekening uit 1872, RKD-Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag). Deze ontwikkelingen gingen in de jaren 1568-1572 nagenoeg volledig aan de Zeeuwen voorbij. Er was zelfs sprake van een zekere vijandschap en die was niet ongegrond, zoals een enkel voorbeeld illustreert. Vanaf 1570 legden de water geuzen nagenoeg de hele Zeeuwse visserij plat. Begin maart 1571 werd een Vlissings vissersschip aangevallen en beroofd. De bemanning werden aan land gebracht bij het Noord-Hollandse dorp Huisduinen. Daar bedreigden de watergeuzen de plaat selijke bevolking. De dorpelingen wisten te voorkomen dat hun huizen werden ge plunderd en beloofden in ruil daarvoor de geuzen te helpen met het innen van een losgeld voor de gegijzelde bemanning. De gezant die naar de Scheldestad was afge reisd, werd daar echter onmiddellijk gear resteerd. Niet bekend is of het losgeld is be taald en of de Huisduiner en de Vlissingers nog zijn teruggekeerd. De Zeeuwse anti pathie wordt ook duidelijk uit een analyse van de personele bezetting van de geuzen schepen. Tussen 1568 en 1572 waren er 494 bemanningsleden. Slechts 13 hiervan waren afkomstig van een Zeeuwse stad. Vlissingen en Middelburg waren de ‘groot ste’ leveranciers met allebei drie. Toen direct na 6 april Vlissingen werd over- spoeld met grote groepen voornamelijk uit Holland afkomstige watergeuzen, stond waarschijnlijk niemand te applaudisseren. Een van de leiders, Willem Bloys van Treslong die ook de inname van Den Briel had geleid, bracht maar liefst 3 schepen en 200 mannen mee. Waarschijnlijk is ook het comité van hoplieden waarvan aanvankelijk vier Vlissingers deel uitmaakten, vrij snel uitgebreid met Hollanders. Gezegd moet worden dat de watergeuzen in de bevrij ding, vanuit Vlissingen, van Veere in mei 1572 en Arnemuiden en Rammekens in de zomer van1573, wél een cruciale, maar ook bloedige rol rol hebben gespeeld. Daarbij verbleekte de ‘strijd’ op 6 april 1572 waarbij één vuistslag werd uitgedeeld en slechts enkele waarschuwingsschoten zijn gelost. Maar daar waren dan ook geen geuzen bij. Een goede illustratie van de invloed van de watergeuzen op het klimaat in Vlissingen na 6 april 1572 is het misverstand, of beter gezegd: de misverstanden, rond de gevangenneming en executie van de Spanjaard Pacheco. Al vanaf het begin dat de Vlissingse Opstand is beschreven, ook door de vroege geschiedschrijvers als Bor, Van Meeteren en Hooft, werd aangenomen dat het ging om Don Pedro Pacieco een belangrijk man in de Spaanse overheid- en legerkringen. Onderzoek in de twintigste en eenentwintigste eeuw heeft uitgewezen dat het in werkelijkheid ging om kapitein Hernando Pacheco, een modale kapitein van de infanterie. Of de verwarring voort kwam uit een doelbewuste poging om de man sowieso ter dood te brengen omdat het nu eenmaal een Spanjaard was, of dat het echt om een vergissing ging, zal wel altijd een vraag blijven. Wel kunnen alle nu bekende feiten op een rij worden gezet.

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2022 | | pagina 26