Juli 2022
25
De terechtstelling van kapitein Hernando Pacheco in Vlissingen op 8 mei 1572 (gravure van Jan
Luyken uit 1679, Rijksmuseum, Amsterdam).
Deze ontwikkeling had voor Pacheco
fatale gevolgen. De watergeuzen brachten
gruwelijke verhalen over hem in omloop.
Hij zou de zoon van Alva zijn en was een
van de leiders van de bezetting in Deven
ter. Daar zou hij zich schuldig hebben
gemaakt aan moord en verkrachting. Een
van de watergeuzen wist te vertellen dat
Pacheco een van zijn dochters had mis
bruikt. Een ander was ervan overtuigd
dat hij zijn broer had vermoord. Over wat
hij in Vlissingen kwam doen bestond ook
geen twijfel: Pacheco had een lijst bij zich
van Vlissingers, waaronder alle leden van
het stadsbestuur, die moesten worden op
gepakt en terechtgesteld. Deze geruchten
genereerden een niet meer te stuiten volks
woede en een roep om berechting van
de Spaanse kapitein en twee koeriers uit
Brussel die ook net in de stad waren aan
gekomen. De drie werden gevangen geno
men en opgesloten in de kelder onder het
gemeentehuis dat in die tijd was gevestigd
in een pand op de hoek van de Breestraat
Hernando arriveerde op de dag na de op
stand in Vlissingen. Hij had een aanbeve
lingsbrief gekregen van Alva die hij moest
overhandigen aan de gouverneur van
Zeeland, Anthonie van Bourgondië. Hij had
de opdracht gekregen de scheepvaart op
het eiland Walcheren in kaart te brengen. In
Vlissingen ging onmiddellijk het gerucht dat
in dit nieuwe schip weer soldaten zouden
zitten waarop werd besloten het te enteren.
Bij het gevecht dat ontstond liep Pacheco
een hoofdwond op. Hoewel er verder geen
soldaten waren, werd de kapitein gevangen
genomen en aan land gebracht. Intussen
was de stad overspoeld door gelukszoekers
en vechtersbazen van elders en leek het
erop dat de plaatsen van de 300 vertrokken
Waalse soldaten waren ingenomen door
kerels van gelijk allooi, maar met een ander
doel: niet het verdedigen van de stad tegen
aanvallen van buitenaf, maar het creëren
van een militaire basis van waaruit de rest
van het eiland en de provincie kon worden
buitgemaakt op de Spanjaarden.