i 11111 h*
r-r- -
Omstreden
Kunstenaar Gerrit Schouten
Eén van de vele diorama’s van Gerrit Schouten, Lammens’ schoonvader. (foto: Jaco Simons).
Oktober 2022
15
Na de dood van zijn tweede vrouw trouwde
Adriaan in 1827 in Paramaribo voor de der
de maal, nu met de Surinaamse Carolina
Maria Schouten. Opmerkelijk is niet alleen
het feit dat Adriaan 60 jaar oud was en zijn
bruid slechts 23, maar ook dat de bruid al
weduwe was. Uit dit zowel qua leeftijd, re
ligie als kleur gemengde huwelijk werden
geen kinderen geboren.
Carolina was een dochter van Gerrit Schou
ten, de eerste bekend geworden kunstenaar
van kleur. Hij werd vooral beroemd van
wege de tientallen diorama’s, een soort
kijkkastjes, die hij maakte van het leven
in de Nederlandse kolonie Suriname. Het
Rijksmuseum in Amsterdam heeft enkele
van zijn werken tentoongesteld in de per
manente collectie. Lammens was een groot
bewonderaar van Schoutens’ werk.
Gerrits vader Hendrik Schouten, bezat de
Plantage Onverwacht aan de Parakreek,
een zijtak van de Pararivier. Op de plantage
werkten circa honderd tot slaaf gemaakte
mensen. Hendrik was getrouwd met een
half Creoolse, half Duitse vrouw. Later
komt de plantage in bezit van Hendriks
kleinkinderen, waaronder Lammens’ vrouw
Carolina. Tussen 1844 en 1856 wordt haar
stiefzoon, ofwel een zoon uit het eerste hu
welijk van haar man Adriaan, geheel en al
leen eigenaar. Deze zoon droeg wederom
de naam Adriaan Francois Lammens. Hij
trad in de voetsporen van zijn vader, want
ook hij had zich in Suriname gevestigd.
Lammens vervulde als rechter meerdere
functies gelijktijdig. Hij blijkt dan een man
te zijn met twee gezichten.
Eerst Lammens’ rol als rechter in het Ge
mengd Gerechtshof ter wering van de sla
venhandel. Deze betrekking had overigens
niets te maken met zijn vrouw Carolina,
want al in 1822, vijf jaar vóór zijn huwe
lijk met haar, nam hij zitting in dit hof. Dat
Lammens voorstander was van afschaffing
van slavenhandel mag duidelijk zijn. Dat
impliceert echter dat je tevens af wilt van
slavernij, want aan de toestroom van ar
beidskrachten vanuit West-Afrika zou dan
een einde komen. Toch geeft hij ons een
dubbel gevoel. Hij bleef immers de hand
boven het hoofd houden van plantage-ei-
genaren en hun vaak onmenselijke prak-