De Vlissingse Marine tijdens de Belgische
Opstand (deel 3)
Jan Kaljouw
Gevechtshandelingen
Veel lof voor de zeemacht
Oktober 2022
19
getuurd hebben want de materiële schade
was al groot en anders zou misschien de
hele stad in puin geschoten zijn. En de tal
rijke slachtoffers die er vielen was nog veel
erger. Alleen op de schepen Euredice, de
Komeet en de drie kanonneerboten vielen
al zeven doden, en twintig zwaar- en zes
tien lichtgewonden. In de stad zal dat aantal
vermoedelijk nog groter geweest zijn.
Maar van de legerleiding begon men zich
wel zorgen te maken over het beleg van de
stad. Het begon al winter te worden met
kans op strenge vorst. Men was ook bang
dat men de scheepsmacht voor Antwerpen
terug zou moeten trekken wegens ijsvor-
De commandant van de troepen in Antwer
pen was vol lof over het optreden van de
bemanning van de oorlogsschepen. In een
speciale order betuigde hij zijn tevreden
heid. Hier volgt deze:
De Kapitein ter Zee
J. Koopman
Order van dag voor Zijne Majesteits Eska
der gestationeerd bij Antwerpen
ZEEHELDEN
De dag van de 27ste Oktober heeft mij be
wijzen opgeleverd dat het heldenbloed van
uwe voorvaderen in ruime mate in uwe
aderen stroomt. Uw gedrag is voorbeeldig
geweest. Gij hebt gevochten met leeuwen
moed en de Antwerpenaars overtuigd dat
gij lijf en leven voor Zijne
Majesteit over hebt. Ik ben hoogst voldaan
over uw gedrag en zal Zijne Majesteit niet
onkundig laten. Ik reken in het vervolg op
uwe standvastigheid en moed en durf u
reeds voorlopig van uwe overwinning ver
zekeren.
Rond vijfentwintig oktober 1830 begon het
ook in Antwerpen onrustig te worden. Veel
andere steden zoals Gent en Oostende wa
ren toen al overgegaan naar de opstande
lingen. Vooral ‘s nachts hoorde men veel
kanon- en musketvuur. Er werd ook ge
vuurd op de Nederlandse oorlogsschepen
die in de haven en op de Schelde lagen.
Het plaatselijk garnizoen dat vermoedelijk
voornamelijk uit Belgen bestaan zal heb
ben zal ook niet veel weerstand geboden
hebben. Een klein deel zal zich misschien
teruggetrokken hebben in de citadel. Die
is nog lang in het bezit gebleven van de
Nederlandse troepen. De kommies van
aanneming, (een kantoor voor het aan
nemen van rekruten) moest in allerijl de
vlucht nemen. Kapitein Koopman, de com
mandant van één van de oorlogsschepen
was zo goed om hem met een sloep op te
laten halen. Een beetje van de belangrijk
ste papieren kon hij nog meenemen maar
het grootste gedeelte niet. Evenmin als de
geldkas. Maar daar zullen de veroveraars
zich wel over ontfermd hebben. Bij andere
kantoren was er helemaal geen gelegen
heid om nog veel mee te nemen. Later
ontstonden er felle gevechten tussen de
opstandelingen enerzijds en de citadel en
de schepen op de Schelde anderzijds. Met
het logische gevolg dat er aan weerskanten
veel slachtoffers gevallen zijn en ook veel
materiële schade ontstond. Verscheidene
huizen werden in brand geschoten en ook
het Arsenaal en het Entrepot werden een
prooi van de vlammen. Toen er vanaf de
wal een verzoek kwam om op te houden
met vuren werd er door het scheepsgeschut
een korte pauze gehouden. Maar aangezien
de vijand door bleef gaan met vuren was
men wel gedwongen om dat weer te be
antwoorden. Lang zal dat vermoedelijk niet