Onderscheidingen
Oktober 2022
23
De begrafenis van Jacob Hobein
in april 1888 op de ‘Algemeene
begraafplaats’ aan het Kerkhof’s
voetpad, later de Koudekerkseweg
genaamd in Vlissingen. (Zeeuws
Archief, Fotocollectie Vlissingen).
JAN KALJOUW publiceert met enige
regel maat over de geschiedenis van Oost-
Souburg en omstreken. Onlangs ver
scheen zijn boek getiteld Het Venetië van
Walcheren. Te koop bij boekhandel ‘t Spui
in Vlissingen, de Drvkkery in Middelburg
en Primera in Oost-Souburg.
Bij Koninklijk Besluit van 8 April 1831
kreeg Jacob nog een onderscheiding ook.
‘Voor zijn stoutmoedig en onverschrokken
gedrag en het redden van de sloep met de
vlag’ werd hij benoemd tot Ridder in de
Militaire Willemsorde 1ste klas. Er werd
ook nog een officieel tintje aan gegeven.
Alle officieren en manschapen van nabu
rige schepen werden uitgenodigd om naar
het commandeschip, het fregat Euredice, te
komen. Die lag in de haven van Terneuzen
en stond onder leiding van de Schout bij
Nagt Lewe van Aduard. Er werd ook een
parade gehouden. Aan Hobeijn werd het
gebruikelijke lintje uitgereikt en nog een zil
veren beker. Drie anderen die zich op de
kanonneerboot loffelijk gedragen hadden
werden beloond met twee maanden extra
soldij. Dat waren: Jonkheer J. Lijklama,
Adelborst 1ste klas, P. Matthijssen, (als
goede opperstuurman) en J. Gutschoudt,
matroos 2de klas. Hobeijn heeft bovendien
ook nog een gedenkteken gekregen.
Het staat op de voormalige begraafplaats
aan de Koudekerkseweg bij Vlissingen.
van de sloepen in de modder vastzitten
ook. Een poging om later de sloep nog
los te krijgen mislukte ook. Bovendien
was het er vanwege het vijandelijke vuur
levensgevaarlijk. Van die sloep was nog
het ergste niet, maar er stond ook nog de
Nederlandse vlag op. Als die in handen van
de vijand viel: dat was de grootste verne
dering voor elke zeeofficier. En niet alleen
voor de Nederlandse maar voor alle offi
cieren over heel de wereld. Maar gelukkig:
tijdens hoog water kwam de sloep vanzelf
los. Maar wie waagde het om in zo’n ge
vaarlijke situatie de sloep op te halen? Toen
iedereen vertwijfeld naar de boot stond te
kijken en dacht hoe moet dat nu, sprong
plotseling een matroos (Hobeijn) in het wa
ter en zwom met grote snelheid onder een
‘hagelbui van kogels’ naar de sloep toe. Hij
hoefde alleen maar het touw waar de boot
mee vastzat los te maken en de boot werd
vanzelf door de stroom meegevoerd naar
het schor waar de andere matrozen zaten.
Gelukkig, de eer van de Nederlandse na
tie en haar officieren was weer gered en
Hobeijn was weer heelhuids bij de ande
ren terug mogen komen. Wat zal dat een
vreugde voor de bemanning geweest zijn.
‘Waarop de boot onder het hijsen van de
Hollandse vlag onder luid hoera en onder
hevig geweervuur langs de dijk zeilde en
naar hun schip terugkeerde’.