Het journaal van de chirurgijn
De veiling voor de mast
Oktober 2022
5
In de kantlijn van het journaal wordt de dood
van Roelof Silwerdts [Silbers] gemeld.
(ZA, MCC inv.nr. 383)
Het hoofd op de tekening rust op twee botten.
Bovenop het hoofd staat een zandloper, de ge
bruikelijke wijze om aan te geven dat het leven
eindig is en de tijd verstreken.
hoog zijn, want ga je eenmaal van boord,
dan verbeur je naast je gage ook je bezittin
gen die achterblijven. Toch komt dit vaak
voor.
Dysenterie, ook wel de ‘rode loop’ genoemd,
verwijzend naar bloed in de ontlasting, is
de meest voorkomende doodsoorzaak aan
boord van een schip. Het gaat gepaard met
diarree, koorts en uitdroging. Daarnaast ko
men scheurbuik en pokken vaak voor als
doodsoorzaak.
De aan boord zijnde opperchirurgijn doet
uiteraard alles wat in zijn vermogen ligt om
zijn patiënten in leven te houden, ook de
slaven. Hij houdt een journaal bij van het
Het scheepsjournaal vervolgt daarna met
andere zaken die om aandacht vragen zoals
het kopen van rijst en van enkele slaven.
ziekteverloop van zijn patiënten. Helaas zijn
er niet veel van dergelijke journalen be
waard gebleven, slechts een handvol. Van
de hierboven genoemde Roelof Silbers we
ten we wat er aan zijn dood vooraf gaat. Hij
is op weg met het schip de Eenigheid naar
de westkust van Afrika (Guinee), waarna
de oversteek naar Berbice, Demerary en
Essequibo zou plaatsvinden. Silbers is af
komstig uit Noorwegen. Hij klaagt dat hij
zich voor het vertrek begin oktober 1761 uit
Zeeland al niet goed voelt. Eenmaal aan
boord krijgt hij koorts, braakt veel en heeft
geen eetlust. De middelen die hij krijgt wer
ken eerst niet en hij verzwakt. De opperchi
rurgijn schrijft in zijn journaal dat de patiënt
elke twee uur een lepel suderif krijgt en
’s morgens een elixer propriet. En warem
pel op 20 november kan hij z’n dienst weer
oppakken. Daarna gaat het toch weer mis,
Silbers hoest veel en teert uit. Op den duur
overlijdt hij, dat wordt door de chirurgijn in
zijn journaal beschreven als: ‘na alle mid
delen in ’t werk gestelt te hebben, soo gaf
hij zijn ziel in handen van zijn schepper’.
Soms gaat de overgang van leven naar
dood een stuk sneller. Kapitein Cornelis
Pieterszen op het schip Prins Willem de
Vijfde overlijdt op eerste kerstdag 1769 om
00.30 uur. Opperstuurman Cornelis Loeff,
die de directie in Middelburg drie weken
later in een brief dit voorval meedeelt,
spreekt van een ‘schielike doot’. Eerst is
er een zware koorts, die de kapitein plot
seling overvalt. In een kwartier tijd vervalt
de kapitein van ‘gezonde reden sprekende
en zoo in de eeuwigheyd’. De toevoeging ‘’t
welk een onverwagte verandering is’, is dan
wel een understatement.
Na een korte ceremonie aan boord, waar
bij de kapitein of iemand door hem aange
wezen een gebed uitspreekt of een psalm
voorleest, wordt de dode meestal in een
met stenen verzwaard stuk zeil genaaid en
in ‘Gods naam’ over boord gezet.
Daarna wordt de scheepskist van de
dode geopend, de spullen voor de mast
Bij Klein Baza op de kust van Guinee in
West-Afrika overlijdt op kerstavond 1761
de matroos Roelof Silwerdts [Silbers]. De
onfortuinlijke matroos wordt in een stuk
zeildoek genaaid en met een saluutschot
overboord gezet. Daarna volgt de verkoop
van zijn spullen voor de mast.