de stok het water in, hij hijst zich daaraan op, en stapt aan de overzijde verder. Weldra is hij, "de schotter", de helpen de hand om de vermoeide dieren in de voor hen bestemde weide te brengen. Na in de herberg te Sinoutskerke flink te hebben gegeten, gaat het op de "benenwagen", via "Het hoge huis" en Baarsdorp op huis aan, om zgn. het donker thuis te brengen, gelijk zij 's morgens in het donker vertrokken. De terugreis was ver moeiend, circa 15 km, waarbij de vette klei, trekkend aan de laarzen, hun gang bemoeilijkte. Deze reis heeft de jongste zoon nog lang geheugd. Vanaf 1865 tot 1871 maakten de boeren, wegens de sterk oplo pende prijzen, zowel in de landbouw als in de veeteelt, gro te winsten. Deze gelden werden verschillend gebruikt, de één kocht machines, een ander kunstmestweer een ander dacht aan het spreekwoord "grond blijft grond", hij koopt akkers. Op de ons bekende boerderij gebeurt noch het één noch het ander, de winsten worden opgeborgen, voor andere doeleinden, zoals wij straks zullen zien. Als in 1871 de Frans-Duitse oorlog is geëindigd, de gemobili- seerden in hun burgerleven zijn teruggekeerd, de opengevallen plaatsen op de boerderij zijn bezet, is de boer vaak van huis, hij voelt zich geroepen een goed bestaan voor zijn kinderen te vinden. Het gelukt hem om binnen twee jaar vier van zijn kinderen op een hofstee te plaatsen, waar zij onder normale omstandigheden voor het leven zijn geborgen. De bedrijven liggen niet in het eigen dorp, doch dit is van minder beteke nis. Als in 1878 ook voor zijn jongste zoon een boerderij beschikbaar blijkt, heeft hij voor ieder die daarvoor in aan merking komt een goed bestaan gevonden. Na de oorlog veranderde de situatie voor de boeren in ongun stige zin. De hoge prijzen van de laatste jaren gaan met sprongen omlaag. Thans blijkt de noodzaak dat de boer niet alleen elk onderdeel van zijn bedrijf kent, maar ook weet in welke richting hij moet voortbouwen. Waren het de vorige jaren de akkerbouwgewassen die meer opbrachten dan de veeteelt, nu is het juist omgekeerd. De voorheen dure tarwe heeft een prijspeil bereikt, waardoor deze teelt niet meer lonend isdaartegenover staat de vet mesterij die al het andere de loef afsteekt. Het is zaak de opbrengst van de akkers op te voeren, de veeteelt nog meer lonend te maken, door alleen met het beste vee te werken. 18

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1978 | | pagina 18