Met het dalen van de ontvangsten worden minder machines ge
kocht, en de aankoop van kunstmest stagneert. De gehechtheid
aan zijn dorpsgemeenschap zit onze hoeren als het ware in het
bloed. Invloeden van buiten kunnen zich moeilijk ontwikkelen.
De beurtschipper, die de granen van de boer op de Rotterdamse
Korenbeurs verhandelde, kreeg op een enkele uitzondering na
de kans om zijn gewassen te kopen. Het was een mooi gezicht
's winters op een zonnige dag vanaf de hofstee vaak zes span
paarden met wagens, achter elkaar naar het veer te zien rij
den, het paardentuig keurig gepoetst, met op de glimmend ge
schilderde wagens de met graan gevulde witte zakken. De volks
mond noemde dat "graan schepen". Gelijk de geladen wagens
achter elkaar het hof afreden, kwamen zij, na lossing, achter
elkaar terug. De eerste wagen op het veer mocht niet vertrekken
voor de laatste wagen zijn vracht had afgeleverd en zich bij
de stoet had aangesloten
Evenals de boer trachtte om zijn jongens het boerenbedrijf in
al zijn schakeringen te doen kennen en hem een goed bestaan
te verzekeren, zo leefde de boerin met haar dochters. Naast
de huishouding behoorden zij volledig met de zuivelbereiding
en het opfokken van het jonge vee op de hoogte te zijn. Ver
der zorgde zij voor de boerinnenkleding van haar dochters.
Leefde zij over het geheel zuinig, bijna gierig, de beste
kleding, de fijnste mutsen, het mooiste goud en zilver was
hun deel. Wanneer kinderen uit een dergelijk gezin in het hu
welijksbootje stapten, kregen zij o.a. een dubbele volledige
uitzet van onderkleding.
Als êén van de jongens trouwde en tegelijkertijd zich op een
boerderij vestigde kreeg hij êén der beste jonge paarden,
idem een jonge koe en fokvarken met de bedoeling daarvan hun
veestapel op te bouwen.
Na het overlijden van de boer, bleef zijn weduwe nog enige
jaren het bedrijf onder leiding van één der zoons exploiteren;
daarna nam deze de boerderij voor eigen rekening over. Hij
zette het bedrijf in de geest van zijn vader voort, er kwamen
echter meer machines, er vertrokken enige jonge arbeiders
naar grote grondwerken, om met zware arbeid hoger loon te ont
vangen. Deze zoon leefde met zijn arbeiders op dezelfde voet
als zijn vader. Bij ziekte of ouderdom was hij de helpende
hand, zodat zij voor financiële zorgen waren gevrijwaard. Hij
hield zich niet krampachtig aan de oude gewoonten, gebruikte
matig kunstmest, al zijn gronden werden gedraineerd. Zijn
vader pachtte de hofstede van een adellijke familie in Holland,
19