HET LEVEN VAN BOER EN ARBEIDER
DOOR C. REMIJNSE
Noot: In de vorige aflevering van de Spuije publiceerden wij
het eerste gedeelte van het artikel van de heer
Remijnse over het leven van boer en arbeider. Hierbij
treft u het vervolg van dit artikel aan.
De redactie.
II. BOER EN BEDRIJF NA 1900
Wij zien thans op het boerenbedrijf: de gehele oppervlakte
van iedere hofstede is gedraineerd, het braakland is afge
schaft, er worden grotere oppervlakten handelsgewassen ge
teeld, men gebruikt steeds meer kunstmest, en verschillende
grotere en kleinere machines.
Het leven stelt hogere eisen, het isolement is verbroken.
Het reizen'gaat gemakkelijker met veel gerief. Veel boeren
bezoeken in andere provincies hun collega's. Zij kopen dat
gene waarvan zij denken dat het in hun bedrijf winstgevend
zal zijn. Als voorbeeld kunnen gelden: pootaardappelen uit
Zuid- en Noord-Holland en Friesland; het Friese stamboekvee;
het vlotte Groninger paard; het zware sterke paard uit België.
Als zij, de Noordzee overvarend, in Engeland aangekomen zijn,
kopen zij het Yorkshire varken, arriverend in Schotland pakt
hen de prima wol van het schaap dat daar wordt geteeld.
Na 1910 koopt Duitsland hier aan steeds hogere prijzen alles
wat het voor een naderende oorlog kan gebruiken. De meeste
boeren voelen zich gelukkig met de hoge winsten, de ouderen
kennen dezelfde toestanden van voor de oorlog 1870-71» zij
vrezen een toekomstige oorlog, dat was niet ongegrond, 31
juli 191^ was er de algehele mobilisatie van leger en vloot,
nadat enige dagen tevoren de oorlog tussen Frankrijk en
Duitsland was ontbrand. Het leven in ons dorp was geheel ont
wricht. Op de boerderijen was "Leiden in last". De jonge
sterke krachten bewaken de grenzen, hoe zal de oogst worden
binnengehaald? De machine kan veel handenarbeid verwerken.
Veel boeren kopen een machine, waarmee zij niet alleen nu,
maar in de toekomst eveneens hun werk hopen te verrichten.
Omtrent deze tijd zijn ook reeds vele polderwegen verhard,
geleidelijk worden zwaardere vrachten vervoerd, de mooie
12