resolveert heeft om tot soulaes en onderstant van d'arme besochte lieden aen te spreecken eerst d'Ed. Heeren Ambagts- heeren en dan oock ons t'adresseren bij diaconiën en parti culiere personen, ten eynde eenige verguickinge en verade- minge de van herten bedroefden in hare ongelegentheyt mochte toekomen, 't welck den predikant Surendonk, geassisteert dan met desen dan met gene uyt sijn E. kerkenraetop sich geno men heeft." Dat de schrik voor brand er ook lange tijd nadien nog hevig inzat, blijkt wel uit de volgende akte uit 1698 (2). "Dagh van reghte gehouden op den 13 september 1698 ten huyse van Dirrick Amper. D'Hr. schout Corn. Schipper, eyser op ende jegens Dirrick Maertensse Amper, eyst d'somma van 10 schellingen, ter oor- saecke dat hij den assy op een onbehoorlijcke wijsse ende plaetse heeft gegoten ende laten gieten, waerdeur d'heymminge in brandt was en groot prijckel omme 't gheele durp weder in een assyhoop te stellen." 1Rijksarchief in Zeeland. Archief van de Nederlands Her vormde kerk in 's-Heerenhoek. Inv. nr. 1. (2) Rijksarchief in Zeeland. Rechterlijk archief van 's-Hee renhoek. Lasonder inv. nr. 27^-1. (Gerechtsrol 1693-17^-2). EEN SCHAAPHERDERSLEVEN EN DE BESTAANSMOGELIJKHEDEN VAN DE SCHAAPHERDER TUSSEN DE JAREN 1875 EN 1912 DOOR N. DE KUNDER. In de jaren tussen 1875 en 1912 werden er nog veel schapen gehouden. Het waren meestal grote kudden, variërend van een kleine honderd tot soms wel tweehonderd vijftig stuks. De zeedijken van de buitenpolders - dat zijn dus de polders die langs de zeearmen liggen - waren uitermate geschikt voor het schapenhouden; het grasbestand was er voortreffelijk, door dat deze dijken niet beplant zijn; aan de zeekant kan men de kudden gemakkelijk bij elkaar houden: daar zijn geen dammen, die als op- en afrit naar de akkers voeren. Dikwijls werden de mogelijkheden nog vergroot doordat men gebruik kon maken van aanliggende begroeide schorgronden. Het was dan ook niet moeilijk voor iemand die zijn streek kende in zijn omgeving (deze wat ruim genomen) tien a twaalf kudden schapen te noe men. b

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1981 | | pagina 6