"wichtige hesluiten werden genomen door de kommissie. De on derslager-deurwachter zou dienst kunnen doen als orgeltrap per. Naast het weren van dieren uit de kerk, het zorgen voor een ordelijk in- en uitgaan van de kerk en het op discrete wijze wakker maken van in slaap gesukkelde kerkgangers, werd dus ook het zorgen voor lucht in de windladen de taak van deze funktionarisZolang het orgel in de Wijngaardstraat- kerk heeft gestaan heeft het nimmer een elektrische wind- voorziening bezeten. Tot 1930 is er een orgeltrapper in dienst geweest. B. Quist en weduwe P. Faberij de Jonge zegden toe, dat het orgel voor hun rekening kon worden geschilderd. Dat aanbod werd dankbaar aanvaard. De keuze van de kleuren zou door de kommissie worden bepaald. MejM. Faberij de Jonge zou de gordijnen, die op het oxaal zouden komen hangen, naaien. Door de cathechisanten was voor dat doel 1U,bijeen ge bracht Aan M. Sterk werd de eer gegund de "hoofdpijp" te plaatsen. Aan G. de Jong werd verzocht om tot februari 1878 te willen fungeren als organist. Een definitieve keus zou men nader hand maken. Op 23 november werd de pijp plechtig gesteld en onmiddellijk daarna zong men ps68: 10. Dsde Pree sprak daarop een woord van dank. Hij wees daarbij met het oog op verleden, heden en toekomst op het onvolmaakte van het instrument en toch ook op de schone klank en het harmonisch geheel wanneer alle pijpen te samen spraken. Zo was het ook met de gemeen te. Ieder lid had daarin zijn eigen plaats. Tezamen moest men in goede harmonie leven. Besloten werd de ingebruikne ming van het orgel te doen plaatsvinden op 27 november. 16

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1981 | | pagina 18