Manuaal I Manuaal II Bolpijp Octaaf Fluit Quint Octaaf Cornet Mixtuur Trompet Prestant 8' 8' Viola di Gamba 8' discant Fluit 8 h' 1' 3' 2' Woudfluit Dulciaan Prestant Fluit k' U' 2' 8' 8' Wij moeten helaas spreken van de vermoedelijke dispositie. Het kontrakt tussen de orgelkommissie en de bouwer is slechts in afschrift bewaard gebleven. Aan het origineel was de dis positie als bijlage gehecht. Het overigens summiere kontrakt bepaalde, dat de bouwer er voor moest zorgen dat windladen en speelventielen winddicht moesten zijn zodat er geen doorspraak zou kunnen optreden. Het pijpwerk moest goed en zuiver geïntoneerd worden en de toetsen mochten niet gaan rammelen. In het houtwerk mocht geen houtworm aanwezig zijn. Er deden zich al vrij snel mankementen aan het orgel voor. Men schreef een brief aan Van Dam met het verzoek om de Trompet 8' te komen repareren, omdat die voortdurend ont stemd was. Van Dam schreef echter terug dat het nu eenmaal niet een nieuw orgel betrof en ook moest men maar eens wat aan klimaatbeheersing doen in de kerk. Die was veel te voch tig. In 1880 verbrak men de kontakten met Van Dam. Hij kwam toch niet naar Goes om de kontraktuele stembeurten te verrichten. In 1883 nam men orgelbouwer Van den Bijlaard in de arm. Deze had toen ook het orgel in de Grote Kerk in onderhoud. Hij verwijderde de Trompet en de Cornet Mixtuur. In plaats daar van bracht hij een Mixtuur bask, aan en een Cornet disc. Hoe lang Van den Bijlaard het orgel in onderhoud heeft ge had is niet bekend. Het is niet onmogelijk dat er helemaal geen onderhoud aan het orgel plaatsvond, want in 191 B|- kwam men tot de konklusie dat het pas gestemd kon worden nadat het grondig zou zijn gereinigd. Het stof had zich op de pij pen vastgezet. Een aantal pijpen moest opnieuw geïntoneerd 18

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1981 | | pagina 20