4
Kanttekeningen bij het beleg van Goes in 1572
I
Reacties op publicaties in het Jaarboek of in De Spuye zijn, zoals bekend, altijd zeer
welkom. Van de heer A.W. Duvekot te Borssele mocht de schrijver van bovengenoemd
artikel een brief ontvangen, waarbij ingesloten de fotocopie van een bladzijde uit de
rekeningenboeken, aanwezig in het archief van het Waterschap Noord- en Zuid-Beveland.
De posten hebben betrekking op de gebeurtenissen in 1572 en 1573; deze uutgeven
ende betaelinghe ghedaen van diversche groote oncosten:: tonen hoe zwaar de
Spaanse bezetting drukte: ook de Brede Watering bewesten Yerseke moest bijdragen
in de lasten tot dienst "van den Coninklijke Majesteit ende preservatien ende
bewaernissen van zijnen lande van zuijt-bevelant".
De eerste post heeft betrekking op het ontzet van Goes, en is interessant: zekere
Clement Heindrixszoon moet beloond worden voor zijn diensten als gids van
Mondragon. Niet duidelijk is, of hij meeliep over de slikken, of alleen op het eiland
de weg wees:
Betaalt eenen Clement hxzn. voor zekeren dientst bij hemghedaen als wesende
laetsman ofts den wech wijsende den Coronel Mondragon die met zijnen soldaeten
quam duer tverdroncken landt tot zuijtbevelandt onset doen der stadtvan der Goes
dewelcke belegert was van den vianden den numbre van zes daelders in gelde deser
rekeninge de somme van E 0.32.0
De beide andere posten op de bladzijde verwijzen naar contacten met het belegerde
Middelburg: Gommaar Claeszn van holestelle moet betaald worden voor het
vervullen van een opdracht door Pacheco: bericht geven over "hoe dattet met des
coninxs scepen" vergaan was toen deze voorbij Rammekens naar Middelburg voeren
(bedrag:£0.3.6). Die uitgave zal men in verband moeten zien met de - bij uitzondering-
geslaagde - poging van de Spaanse vloot, de hongerende stad enige verlichting te
brengen; ze voer op 16 april uit Antwerpen, werd de volgende dag bij Baarland korte
tijd beschoten door geuzenschepen die richting Biervliet zeilden (er bloeide een
drukke klandestiene handel tussen Watergeuzen en Zeeuws-Vlaanderen) en bleef,
eenmaal gearriveerd, tot 7 juni werkeloos bij Arnemuiden liggen, tot diepe ergernis
van het Middelburgse stadsbestuur. De schepen, schreef dit (v. Vloten 1874, blz 55),
zijn niet meer geladen op oorlogsmanier, maar tot zinkens toe met koopmanschap
"en ander gestolen goed". Beide partijen gaven elkaar in plunderlust blijkbaar
weinig toe. In de laatste dagen van mei of de eerste van juni werden dan toch enige
schepen naar Goes gezonden (zes, lezen wij nu in de waterschapsrekening) om de
daar liggende voorraadschepen te konvooieren. En wie betaalde grotendeels de
onkosten van deze expeditie (een bedrag groot£263.7.8! De Brede watering
bewesten Yerseke:
Noch betaelt in handen van Cornelis Mertszn. Stadtsbode van der Goes ende dat ten
behoeve ende om daer mede te betaelen de teercosten als behoeff van de soldaeten
die mette zesse convoijer scepen ghecomen waeren van Middelburch ter Goes om
zekere provande van terwe ende oock om daermede te betaelen andere extraordinaris
costen zoo om vacatiën, rijsen ende andere nootzaekelijke affairen breeder
blijckende bij de rekeningen die hij daer van houdende es.