7 Precieze kennis over het beleg was in de 18de eeuw verloren gegaan, mr Keetlaer kent slechts Tseraerts als leider, sir Humphrey Gilbert wordt niet genoemd. Toch was hier een merkwaardig man in de Goese historie gemoeid. Deze halfbroer van Sir Walter Raleigh wordt ons geschetst als een man van grote fysieke moed, een briljante geest en een pover leider: zijn ondernemingen mislukten meestal. Het Noordamerikaanse continent had zijn grote belangstelling, hij wilde er koloniseren, en ook zoeken naar de noordwestelijke doorvaart (hij publiceerde daarover), maar Elisabeth had geen belangstelling, zij zond hem naar Ierland, waar men hem niet in liefde gedenken zal: hij sloeg er een opstand neer, en trachtte in het zuiden een protestantse kolonie te stichten. Over de mislukkingen tijdens het Zeeuws intermezzo heeft men in het Jaarboek kunnen lezen. In 1583 wist Sir Humphrey echter Newfoundland voor de Engelse kroon te verwerven, de thuisreis werd zijn laatste tocht: hij kwam om toen zijn schip verging in een storm. Engeland bezit een rijke biografische literatuur. Over Sir Humphrey kan men lezen: D.B. Quinn, Voyages and Colonising Enterprises of sir Humphrey Gilbert, 2 din., 1940. Medewerkers gezocht Veel argumenten zijn er aan te voeren om de bewoningsgeschiedenis van een stad als Goes te bestuderen. Er is echter maar één bron die zich daar bij uitstek voor leent: de transportregisters van het rechterlijk archief van Goes vanaf 1525 tot 1808. Bij het gemeentearchief van Goes is men begonnen met de registratie van deze verkoop akten van huizen en gronden binnen de wallen van Goes. Het doel is om uiteindelijk te komen tot een sluitend overzicht van de bewoning van de huizen en het gebruik van de gronden, en dit dan aangevuld met allerlei bijzonderheden over de panden. Om terug te komen op de argumenten: niet alleen is dit interessant voor de hedendaagse bewoners van het centrum van Goes, maar tevens is het van groot belang voor de bewoningsgeschiedenis van de stad. Daarbij komt nog dat bij de verkopen vaak allerlei bouwkundige details staan vermeld, die voor de bouwgeschiedenis van een huis erg belangrijk kunnen zijn. Bovendien valt nog te noemen de ekonomische geschiedenis van de stad, die gediend is met de wetenschap waar en in welke huizen bepaalde beroepen en neringen werden beoefend. Tot slot moet men nog gewezen worden op de kultuurhistorische betekenis van het vastleggen van de benamingen van de huizen, die in veel gevallen in de verkoopakten zijn opgenomen. De mogelijkheid bestaat voor vrijwillegers om aan dit onderzoek mee te werken. Op speciale indiceervellen kunnen de 17de en 18de eeuwsw registers, een kleine dertig in totaal, worden doorgewerkt. Op deze manier komt de speurder een hoop bijzonderheden te weten over het leven in Goes in die voorbije eeuwen, en tevens is het een prima oefening in het lezen van het oude handschrift. Tot slot moet gezegd worden dat het projekt, dat intern het "historische huizen- - kadaster" gedoopt is, er een zal zijn van een lange adem. De afronding moet zeker niet eerder dan over zo'n jaar of vijf verwacht worden. Elke deelnemer staat vrij om te werken in zijn of haar eigen tempo; voorkomende moeilijkheden kunnen worden voorgelegd aan het personeel van het gemeentearchief. Indien na het lezen van bovenstaande uw interesse gewekt is wordt u uitgenodigd kontakt op te nemen met het gemeentearchief. Wijngaardstraat 3a, 4461 DA Goes, telefoon 01100-21212, toestel 223.

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1982 | | pagina 9