8 Gehuwd of ongehuwd voor de puye trouwen, door F. H. de Klerk. Naar aanleiding van een vraag van een lid van de redaktiekommissie van de Heemkundige Kring, de heer J. van der Woude, naar de betekenis van de uitdrukking "voor de puye trouwen" zal getracht worden in het onderstaande hierin enige duidelijkheid te brengen. Wellicht dat ook genealogen en andere geïnteresseerden er hun voordeel mee doen. Met deze uitdrukking bedoelde men tot aan de invoering van de burgelijke stand, in Goes in 1811, een huwelijk dat niet in de gereformeerde kerk gesloten was, maar voor schepenen van de stad. Wat was namelijk het geval Spoedig nadat Goes de zijde van de prins van Oranje gekozen had in 1577 bleef ook hier enkel voor de gereformeerden de mogelijkheid bestaan om hun godsdienst te belijden.Voor mensen die tot een andere richting behoorden, in Goes waren dat voorzover we weten rooms-katholieken, doops gezinden ot mennonieten en leden van de Duitse gemeenten, was officieel geen plaats meer. Deze overtuigingen verdwenen niet uit de stad, doch de gelovigen werden als tweederang burgers behandeld, en met name de rooms-katholieken stonden bij tijd en wijle bloot aan vervolging en willekeur. De huwelijken die tussen gereformeerden in de gereformeerde kerk gesloten waren, hadden voor de stadsbestuurders de waarde van het latere burgelijke huwelijk, omdat de gereformeerde kerk de bevoorrechte kerk was, en er nog geen strikte scheiding was tussen kerk en staat. Alleen huwelijken die in de gereformeerde kerk bekrachtigd waren werden dan ook door de overheid erkend. Als naar de mening van de kerkelijke gezagsdragers niets een huwelijk in de weg stond, konden de aanstaande man en vrouw in ondertrouw gaan, waarbij 3 zondagen achtereen het voorgenomen huwelijk aan de kerkgangers vanaf de kansel bekend werd gemaakt. Als er zich verder geen moeilijk heden meer voordeden of bezwaren werden gemaakt dan konden de betrokkenen na afloop in de huwelijkse staat bevestigd worden en was de kous af. In het laten naleven van deze gebruiken was de overheid niet kinderachtig. Joannes van Pappelen en Adriaantje Maygem gingen op 12 november 1718 in ondertrouw en waren op 20 juli 1720 nog niet getrouwd. Het stadsbestuur stelde het voor de keus: binnen 3 weken trouwen of anders verbanning uit de stad. Uiteindelijk werden de trouw lustigen op 16 oktober 1720 in de echt verbonden. Niet gereformeerde Goesenaren konden bij een voorgenomen huwelijk 2 dingen doen: of ze lieten zich legaal door een predikant in de echt verbinden in de gereformeerde kerk, of ze lieten zich naar hun geloofsovertuiging trouwen, hetzij elders, hetzij in het geheim in Goes. In het eerste geval moest men grote toegevingen doen, en zijn afkeer tegen de gereformeerde kerk overwinnen, in het andere geval was men wel gehuwd zoals men wilde, doch werd het huwelijk niet erkend door de overheid. In de praktijk kwam het zelden voor dat anderen dan gereformeerden zich in de gereformeerde kerk lieten trouwen. Ofwel men verbleef enige tijd elders, ofwel er werd een geheim huwelijk gesloten. Dit zat de stadsbestuurders niet lekker. Heel begrijpelijk kwam het zelden voor dat aan de verplichting van de 3 aankondigingen van een voorgenomen huwelijk voldaan werd, van het voorgeschreven onderzoek vooraf kwam niets terecht, de stad liep haar inkomsten mis die uit een huwelijk te

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1982 | | pagina 10