9
halen waren, er was geen overzicht meer in de relaties van de inwoners van Goes;
wie waren er getrouwd, wie woonden illegaal samen, wie pleegden overspel, leefden
konkubinaat, welke verwanten waren tegen de regels van de staten van Zeeland met
elkaar gehuwd Bovendien kwamen uit dergelijke schimmige verhoudingen vaak
problemen voort als er erfeniskwesties aan de orde kwamen. Hieraan moest iets
.gedaan worden, en in navolging van andere plaatsen werd in 1635 in Goes voor
mensen met een afwijkende geloofsovertuiging de mogelijkheid geschapen on voor
schepenen te huwen. In plaats van afkondiging van de ondertrouw vanaf de kansel
in de gereformeerde kerk gebeurde dit vanaf het bordes van het stadhuis, ook wel
pui genaamd. Voor de pui trouwen deden dus uitsluitend personen die om een of
andere reden niet in de gereformeerde kerk wilden huwen, en bijna altijd waren dat
niet-gereformeerden. Deze huwelijken werden in Goes in de schepentrouwboeken
geregistreerd. In andere plaatsen, Amsterdam bijvoorbeeld, sprak men van
Puiboeken.
Van 1635 af verbood de stad alle andere geheime en elders gesloten huwelijken, en
wilde men enkel nog maar rekening houden met gereformeerde en schepenhuwelijken.
Ergens anders trouwen was slechts toegestaan als hiervan een attestatie aan het
stadsbestuur kon worden getoond. Mensen van elders die in Goes wilden trouwen
waren welkom, mits de 3 proklamaties ook in hun plaats van herkomst gedaan werden.
De ondertrouw geschiedde voor de baljuw, enkele schepenen, de stadssekretaris die
het schepentrouwboek bijhield, en een of meer stadsboden. Drie weken later vond
de bevestiging plaats. Tot de bruidegom werd de volgende formulering uitgesproken;
"Ghij, N.N. bekent hier voor Godt ende de justitie dat ghij genomen hebt, ende neemt
tot uwe wettelijcke huysvrouw N.N., alhier jegenwoordich, haer nimmermeer suit
veriaeten, haer lieff te hebben ende getrouwelijcken onderhouden, als een getrouwe
ende Godt vreesende man sijnen wijve schuldich es. Dat ghij oock heylichlijck met haer
leven wilt, haer trouwe ende gelofte houdende in allen dingen, naer uuytwijsen den
goddelijcke ende weereltlijcke rechten."
De bruid kreeg hetzelfde te horen. Het slot van de plechtigheid was
"Daerop sij malcanderen de rechtehant gevende wert gesegt hiertoe wil Godt
Almachtich sijnen segen verleenen. Ende daer naer geluck te wenschen.
Ook nu waren dezelfde funktionarissen aanwezig. Zij die dat aan hun status verplicht
meenden te zijn konden ook de heren thuis uitnodigen. Hiervoor moest dan wel een
driedubbel tarief betaald worden.
In een aantal gevallen herhaalde men hierna de plechtigheid binnen de eigen geloofs
gemeenschap. Het bewijs hiervoor levert ons het rooms-katholieke trouwboek, dat
vanaf 1665 bewaard is gebleven. De echtparen die daarin genoemd worden zijn voor
een deel terug te vinden in het schepentrouwboek. We mogen aannemen dat zij niet
in de aantekeningen van de stadssekretaris voorkomen zonder kennisgave aan de
overheid in het huwelijk getreden zijn. Het is op deze manier mogelijk om het aantal
geheime rooms-katholieke huwelijken die te Goes gesloten zijn te achterhalen in de
periode 1665 - 1810. Een onderzoek hiernaar gaat echter het bestek van dit artikel
te buiten. Aan de doopsgezinden werd in 1703, in navolging van een resolutie van de
staten van Zeeland, toegestaan om in hun eigen kerk huwelijken te sluiten. Dan
moest echter wel een goede registratie hiervan plaats vinden. Vermoedelijk zal voor
de schepenen de ondertrouw gesloten zijn, waneer men 3 weken later in de eigen
kerk het huwelijk kon bevestigen. Van de doopsgezinde gemeente van Goes zijn