14 De voorzitter, de heer Moojen, sprak een feestrede uit en dankte voor de hem door de leden aangeboden hanglamp. Er werd menig glas wijn gedronken en er werd veel gelachen om de voordrachten van de heren S. Kols en C. de Blinde. De namen van de harmonicaspelers waren de heren Joh. Dekker en G. de Kok. 28 januari 1891 Uit de notulen van 28 januari heb ik gelezen dat ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het gezelschap een drietal verzen waren geschreven, die ik hieronder zal weergeven. Ze moesten door het gezelschap worden gezongen op de wijze Wien Neerlands bloed... Wij vieren feest, hef, vriendenschaar. Een blijden juichtoon aan. Reeds meer dan vijf en twintig jaar Mocht onze kring bestaan Een kwarteeuw onder Hef en leed Hield "Lust tot Onderzoek" Terwijl het twist en tweedracht meed Zich aan zijn leuze kloek (2x) In dagen als het onspoed trof, Bleef 't rustig, onverstoord. En had 't in voorspoed dankenstof 't ging stil en dankbaar voort. Voor smaak, verlichting, godsdienst, deugd Gaf "Lust tot Onderzoek" Zijn leden tot hun nut en vreugd Reeds mening, kostlijk boek (2x) En was zijn ledental bijeen, Hoe kort viel hun de tijd I Ja, uren vlogen dikwijls heen aan ernst en scherts gewijd Zo ga 't door onspoed niet verstoord Terwijl 'tzijn leus betracht Voor vriendschap, deugd, verlichting voort Tot 't late nageslacht (2x) Het 50-jarig bestaan van het gezelschap "Lust tot Onderzoek" Op 1 december 1914 werd het 50-jarig bestaan van het gezelschap herdacht. De consistorie was niet beschikbaar voor het gezelschap omdat deze diende als opvang centrum voor Belgische vluchtelingen. Daarom vergaderde men in het Gemeentehuis. Eén der leden stelde voor om gezamenlijk met de echtgenoten er bij een reisje te maken. Met het oog op de benarde tijd ging deze reis niet door. I n deze vergadering gaf de voorzitter een overzicht van 50 jaar verenigingsleven en zei dat van de oprichters er nog vijf in leven waren, waarvan de heer L. Dekker nog lid van het gezelschap was. De herdenking van het 75 jarig bestaan werd niet gevierd. In de oorlogsjaren 1940 - 1945 heeft het gezelschap zich gehandhaafd ondanks druk van de bezetter en de Cultuurkamer.

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1982 | | pagina 16