6 het mededelingenorgaan van Heemkundige Kring Walcheren. Indien u interesse voor deze studie heeft kunt u met deze vereniging kontakt opnemen. Het adres van de sekretaris J. Louwerse is: Herengracht 18 Middelburg. Zeeuwse studiën 3: De bedijking der Hincline Van de door de werkgroep Historie Archeologie van het Zeeuwsch Genootschap uitgegeven serie overdrukken van artikelen uit moeilijk vindbare tijdschriften of anderszins voor de Zeeuwse geschiedenis belangrijke "verstopte", korte studies is onlangs deel 3 verschenen. Dit deel bevat het artikel van H. Obreen over de bedijking der Hincline (1263 - 1269). Bijdrage tot de kennis van het 13e eeuwse dijkrecht, in 1932 verschenen in het Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis Histoire du Droit. Naast het artikel zijn ook twee kaarten opgenomen. Men kan deze aflevering van de Zeeuwse studiën verkrijgen door schriftelijk te bestellen bij de heer B. Oele, Vroonlandseweg 3B, 4421 GJ te Kapelle. De kosten bedragen f 8,-, exklusief verzendkosten. U kunt zich ook bij boven genoemde opgeven als abonnee op de Zeeuwse Studiën. In dat geval kost deel 3 u slechts f 7,- inklusief verzendkosten. Een dorp bij Baarland...* Wanneer in de avond van 26 juli 1572 het geuzenleger, hoofdzakelijk bestaande uit Engelsen en Fransen, op Zuid-Beveland geland is, in een eerste poging Goes aan de zijde van de prins te brengen, ontstaat - blijkens de latere beschrijving van Roger Williams - een bijzonder hevig gevecht in een dorp niet ver van de landingsplaats ("in a village hard by the place wee landed at"). De bevelhebber van de stad had namelijk - nadat hem de nadering van een vloot gerapporteerd was - het Spaanse garnizoen met wagens doen vervoeren en dit in het bovengenoemde, bij Williams anonieme, dorp in hinderlaag gelegd. Een bekende landingsplaats op de zuidelijke oever van het eiland bevond zich bij Baarland, toch - hoewel inderdaad de ontscheping daar in de buurt heeft plaatsgehad- is dit dorp niet identiek met het ongenoemde. Nadat de Spanjaarden zich op de stad hadden teruggetrokken duurde het bijna twee uur - schrijft Roger Williams - vóór wij Baarland bereikten. ("The enemy recouered their towne; and all our troupes entred Barland, some two hours after their retreit"). De vraag die wij ons gesteld hebben, is deze: valt dat ongenoemde dorp te lokaliseren, kan de plaats van ontscheping nader worden aangegeven. Een blik op de (redelijk betrouwbare) kaart van Jacques Horenbault, waarvan we het relevante fragment bijvoegen, kan het antwoord geven: dat dorp moet Stuivezand geweest zijn. Aanvankelijk een eiland (na bedijking van de opwas ter plaatse, al vóór 1375), werd het na afdamming van de Dierik in 1525 met de Zuidbevelandse wal verbonden. Ongetwijfeld bood dit schiereiland een ideale landingsplaats. Die lag overigens niet ten westen ervan, in de grote inham, - een uitgebreid slikkerig schorrengebied vol geulen en geultjes - maar ten zuidwesten, waar de stroom direkt onder de wal liep en ook grote schepen vlak onder land konden komen.' Ingezonden naar aanleiding van het artikel van de heer J. van der Woude in het jaarboek 1981 over het beleg van Goes in 1572.

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1982 | | pagina 8