7 Ds. van de Meulen is in 1847 naar Noord-Amerika vertrokken. Zijn oudste zoon ds. Jacob van der Meulen maakt in zijn boekje, uit 1878, getiteld 'Herinneringen van ds. Jacob van der Meulen' melding van zo'n godsdienstoefening te Kapelle. "Te Kapelle had men zoals men het noemde, nog geen vrijheid aangevraagd. "Daar vervulde mijn vader eens een spreekbeurt die door beboeting gevolgd "werd. Hoe de verkondiging des Woords gewaardeerd werd blijkt daaruit, "dat het geld voor de boete bijeen kwam uit dien kleinen armen kring. "'t Beste werd geofferd, wat misschien zuinig als spaarpenning in goud "bewaard was. Ik kan mij vader nog voorstellen, de gouden tientjes tellende "die hij als boete voor die zaak naar het Stadhuis te Goes moest brengen "en hoe hij zich uitliet over de verregaande Goddeloosheid van de "vervolging. Wat in Kapelle niet tot stand kon komen, is tien jaar later met vereende krachten wel gelukt te Biezelinge. In grote trekken gaan we nu derhalve aandacht schenken hoe een en ander te Bieze linge verliep. Opgemerkt zij, dat 2 ouderlingen en 1 dialcen van de Goese gemeente belast waren met de zorg voor de lidmaten te Kapelle en Biezelinge. Dat waren P. Staal, H. Slabbekoorn en W. Geelhoed. Ds. A. de Bruijne, die ds. van der Meulen was opgevolgd kwam natuurlijk ook veel in Kapelle en Biezelinge. Van hem werd gezegd dat hij verstandig en wijs was. Mensen uit Kapelle en Biezelinge, die gewoonlijk in Goes kerkten en dus de afstand naar Goes te voet moesten afleggen, kwamen meer en meer tot de overtuiging, dat het met name voor vrouwen en kinderen toch wel een zware opgave was om die voet reis te maken. Na ampele bespreking was men te Goes, na een vurig pleidooi van P. Staal wel over tuigd van de redelijkheid van dat verzoek. Mogelijkheden werden gevonden. In 1851 kwam men in vergadering bijeen in de toen kapitale landbouwschuur van Jacob de Roo aan de Abdijstraat te Biezelinge. Thans woont daar de familie Gijzel. Deze Jacob de Roo was kennelijk de Afgescheidenen zeer gezind. Vanaf de oogsttijd kon men niet in de schuur van de Roo vergaderen. Dan kwam men bijeen voor het houden van godsdienstoefeningen in het wagenhuis van de landbouwer Johannes Kloosterman. Dit wagenhuis is al enkele tientallen jaren geleden afgebroken door de latere bewoners van het bedrijf aan het Noordhoekse wegeling, namelijk de fam. Bruinooge in Eversdijk. In dat eenvoudige gebouw was het evenwel in de winter te koud om te kerken. Daarom vergaderde men in de winter in de werkplaats van de timmerman C. Steenblok te Biezelinge. Ideale vergaderplaatsen waren het niet. Men zocht naar een andere oplossing. Een schriftelijk bewijs van aankoop van een perceel grond is in het archief van de kerk aanwezig. Het luidt als volgt:

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1984 | | pagina 9