14
Ik heb momenteel geen tijd.
Daarover was ik helemaal niet te spreken en ik zei mijn Lagerführer dan ook on
middellijk dat ik geen idee had dien nacht te gaan werken omdat ik toen niet meer
slapen kon. Zodoende ging ik 's middags met Jo weer naar het Arbeidsfront wat
juist mijn plan geweest was. Van dhr. van Loenen vernamen we dat de terugkeer
wel in orde kwam maar dat het nog wel een dag of 10 kon duren. Dat was te lang
omdat het front steeds dichterbij kwam en er eiken dag kans bestond dat de
Nederlandse grens gesloten werd.
Maar... er is nog een kans om je weg te krijgen. Met een beetje zwendel.
Ik ga dan met jou naar het evacuatiebureau, zeg dat jij een vluchteling uit Dresden
bent (pas zwaar gebombardeerd), die hier niet geplaatst kan worden en vraag
dan doorzending naar Lüneburg. Daar is een instantie die je zonder slag of stoot
met een transport naar Holland zendt. Toen ik dat hoorde was ik er als de kippen
bij. Dan kan ik toch zeker ook wel mee. Het is toch logisch dat ik ook graag naar
huis wil. Zodoende gingen we de volgende dag samen op stap.
Weer naar het Arbeidsfront naar dhr. van Loenen. Onderweg trapte Jo in een hoop
stront en dat was voor hem het bewijs. We hebben geluk en het komt in orde.
En jawel hoor. We waren nog slechts enkele minuten bij de evacuatiepolitie en we
hadden al een formulier in ons zak voor een gratis spoorkaartje van Leipzig naar
Lüneburg. Het was wel even spannend want bij nader onderzoek waren we met
z'n drieen de sigaar geweest.Wij als de bliksem terug naar het leger en het voornaamste
in onze koffers gepakt. Nu moesten we nog even op ons middageten (slechte
aardappelen, gekookt in de schil) wachten. Dat hadden wij bij wijze van voorzorg extra
vroeg besteld. Nu van de aanwezige jongens stiekum afscheid genomen te hebben
zijn we, zonder dat Jantje Kabaal er iets van merkte, vertrokken.
Vaarwel "Kalter Brunnen", de naam van ons lager. We hopen je nooit meer te zien.
We hadden direct al pech omdat we maar even drie kwartier moesten wachten op
de tram, die ons naar het hoofdstation brengen zou. 3 minuten voor vertrektijd
waren we aan de trein, maar die bleek zo vol te zijn dat er geen enkele mogelijkheid
was nog een plaatsje te vinden. Tot overmaat van ramp namen de militairen nog
een rijtuig in beslag zodat er zeer veel mensen bleven staan. Toevallig had ik bij
aankomst op het perron gezien dat een andere trein in westelijke richting gereed
stond. Deze bleek slechts naar Halle te gaan maar het was voor ons al wat waard
dat we voorlopig uit Leipzig weg waren. Daarin vonden we een staanplaats en om
drie uur werd eindelijk het vertreksein gegeven. Toen hebben we elkaar gefeliciteerd.
Er zou heel wat moeten gebeuren wilden ze ons nu nog in Leipzig terugkrijgen.
Heel simpel gedacht maar de drang naar huis zette alle andere gedachten opzij.
Daar het station in Halle 's Zaterdags voor Pasen gebombardeerd was stopte de trein
voor Halle. Na drie kwartier met onze zware bagage door de puin gelopen te
hebben kwamen we bij de trein voor Maagdenburg. Daarin was wel weer plaats en
zo waren we 's avonds om 8 uur in Maagdenburg. En het zong nog steeds in ons
op de cadans van de trein "Steeds dichter bij huis, steeds dichter bij huis".
Om 11.20 uur zou de trein voor Hamburg vertrekken dus stonden we om half elf
al op het perron te wachten. Toen werd het ons wel even te moede. Moesten al die
mensen een plaatsje bemachtigen Zouden wij met onze bagage gelegenheid
hebben een plaatsje te vinden Veel te laat arriveerde de trein maar zo hopeloos
vol dat er geen denken aan was een plaatsje te bemachtigen. Zelfs alle plaatsen
tussen de wagons, op bumpers en treeplanken waren bezet. Er zat toen niets anders
op dan maar weer een volgende trein af te wachten. Zo hebben we daar gestaan