2
Lezing over de vlascultuur
De heer René Martinet uit Heikant hield op dinsdag 28 februari in het museum te
Goes een lezing over de vlasteelt en vlasbewerking.
Deze lezing was tevens een mooie inleiding op de tentoonstelling "Van vlas tot
linnen vroeger en nu", die in maart in hetzelfde museum werd gehouden.
De heer Martinet, een internationaal deskundige op zijn vakgebied, hield een
gloedvolle inleiding over alle aspekten van de vlascultuur. Zijn betoog lichtte hij
toe met het materiaal waarover hij sprak: het rijpe vlas, de vlasstengels in de
verschillende stadia van bewerking, de vlasvezels, de bijproducten en de oude
handwerktuigen die bij de bewerking werden gebruikt. Ook van de eindproducten
had hij voorbeelden meegenomen; van het fraaie linnen tot vlasvlezelplaten toe.
Uitgebreid ging hij in op de geschiedenis van zowel de teelt als de bewerking.
Door zijn grote kennis en ervaring op vlasgebied en zijn groot enthousiasme, wist
de heer Martinet zijn gehoor van begin tot eind te boeien.
Lezing over schoolstrijd in Goes
Op vrijdag 6 april hield ons bestuurslid, de heer A.J. Barth in het museum te Goes
een lezing met als titel:
"Vechten om scholen in Goes. Meer dan één schoolstrijd
De heer Barth begon met te illustreren dat ook in de huidige tijd de strijd tussen
de openbare en bijzondere scholen geenszins verdwenen is. Hij schetste voorts
de algemene maatschappelijke en economische verhoudingen in ons land in het
midden van de vorige eeuw, de tijd waarin de eerste schoolstrijd in Goes
ontbrandde. Daarbij werd uitgebreid aandacht geschonken aan de samenleving in
Goes, toen een stadje met ruim 5000 inwoners.
Aan de afscheiding, die sedert 1834 ook in Zuid-Beveiand zoveel teweeg bracht,
werd eveneens ruime aandacht geschonken. In deze scheiding van de geesten lag
immers de oorzaak van de schoolstrijd besloten.
In een boeiend verhaal werd een beeld gegeven van de vele verwikkelingen en
tegenstellingen tussen verschillende groeperingen, die overwonnen moesten worden
om een Christelijke school te kunnen stichten. Hoe men van de "gevestigde machten"
tegenwerking ondervond, werd treffend uiteengezet met het verhaal over de
tegenwerking door de toenmalige plaatselijke Hervormde predikanten.
Ook de schoolopziener, de bekende predikant J.Ab Utrecht Dresselhuis, deed wat
dat betreft een flinke duit in het zakje.
Uiteindelijk kon dit alles niet verhinderen dat in 1854 de eerste Christelijke school
tot stand kwam. Daarmee waren de verschillen van mening, ook intern, niet geheel
van de baan. In latere jaren zou dit nog herhaaldelijk blijken en de onderlinge
strijd steeds weer aanwakkeren.