7
Historisch Jaarboek voor Zuid en Noord-Beveland 1984 ,nr 10
Eind oktober 1984 verschijnt het 10e Historisch Jaarboek voor Zuid en Noord-
Beveland.
In het boek worden de volgende artikelen opgenomen.
De watermolen die onghelijck de beste is
door W. de Vries
Het thans nog in Goes aanwezige Soepuus vervulde in vroeger tijden een geheel
andere funktie. De haven van Goes was toen nog aan de getijdewerking onderhevig.
Het soepuus was toen waterkorenmolen. Achter de molen lag namelijk nog een
haven, de achterhaven of 't molenwater genoemd. Door bij hoog water deze haven vol
te laten lopen, kon men bij eb de molen laten draaien, door het water weer in
de haven te laten stromen. Het mes sneed daarbij aan twee kanten.
Men kon koren malen, maar ook kon men de haven door de schurende werking op
diepte houden. De oudste aanduidingen van deze molen zijn al uit de 14e eeuw.
De Vries heeft de geschiedenis van deze molen vastgelegd.
Het huwelijks- en voortplantingspatroon in Kortgene in de eerste helft van de
19e eeuw
door O.W. Hoogerhuis
In dit artikel geeft de schrijver een beeld van het huwelijks- en voortplantingspatroon
in deze Noord-Bevelandse smalstad. Hij behandelt daarbij de periode 1811 - 1854.
De schrijver konkludeert dat in vergelijking tot elders in het land in Kortgene op
vrij jonge leeftijd een huwelijk, veelal gedwongen, werd aangegaan.
Er had een grote zuigelingensterfte plaats. In de onderzoekperiode was nauwelijks
sprake van stijgende geboortecijfers. Ook bleek er geen verschil in gemiddelde
huwelijksleeftijd van zelfstandigen en loontrekkenden.
Economische verschijnselen speelden evenwel een belangrijke rol. In tijden,
dat het economisch goed ging was de groeisnelheid van Kortgene groot, in tijden
dat het slecht ging steeg de gemiddelde huwelijksleeftijd, liep het geboortecijfer
terug en was het vertrek uit Kortgene aanzienlijk.
De Johannieter Commanderij van Wemeldinge
door J.A. Mol
Zes honderd meter ten zuiden van de kerk van Wemeldinge ligt de St. Janshoek.
Deze naam is ontleend aan de bezittingen van de St. Jansheren, die een commanderij
te Wemeldinge bezaten.
De geschiedenis van de Johannieter Orde gaat al terug tot omstreeks 1063.
De eerste berichten over eigendommen van de Orde te Wemeldinge zijn van 1400.
Die beliepen rond 224 gemeten grond, gelegen in Wemeldinge, Kapelle en Kattendijke.
De schrijver gaat uitgebreid in op het wel en wee van de bemoeienissen van de Orde
met de exploitatie van de eigendommen. Na de Reformatie aan het eind van de 16e
eeuw gaat de Commanderij langzaam ter ziele. Formeel bleef zij tot 1813 bestaan.