CONSTANTIJN HUYGENS IN ZUID-BEVELAND, door A.W. Duvekot Constantijn Huygens (1596-1687) is dikwijls in Zeeland geweest, maar kende hij ook Zuid-Beveland? Zijn Dagboek (1) kan hierover uitsluitsel geven. In 1630 was hij bij een inspectietocht van Frederik Hendrik naar de versterkingen in Zeeuws-Vlaanderen. Verscheidene plaatsen werden bezocht; van Biervliet zeilden ze 's nachts naar Lillo en van daar naar het nieuwe fort 't Keysershooft op de toen malige zuidoostelijke punt van Zuid-Beveland. Huygens zegt dat op 5 november werd ontbeten "in Keysershooft Goesiorum", wat wil zeggen in het Keizershoofd in het land van Goes (2). Daarna ging het gezelschap weer aan boord en al om 5 uur 's middags (van die vijfde november) werd te Middelburg aangelegd. De eerste keer dat Huygens op Zuid-Beveland kwam zag hij dus nauwelijks iets van het eiland. In 1637 noteert Huygens op 11 juli: "Wij zijn doorgezeild naar Goes dat ik heb beke ken". Hij was toen op doorreis naar de vloot die vóór Rammekens lag. Het leger werd in Bergen op Zoom aan land gezet, waarna Breda met succes werd belegerd. De tweede keer dat Huygens in Zuid-Beveland was, wandelde hij dus als toerist in Goes rond (3). Op 6 juli 1638 noteert Huygens dat de Prins legerplaatsen in Vlaanderen ging inspec teren. Hij hoefde zelf niet mee en werd bij 't Keysershooft aan wal gezet. Van deze gelegenheid maakte hij gebruik om Vaikenisse en Kloetinge te bezichtigen. Op 7 juli volgt een tocht door westelijk Zuid-Beveland, te Goes werd gegeten, waarna hij in de legerplaats ('t Keysershooft) terugkeerde. Op 8 juli is de Prins terug en zeilen ze weer verder. Pas deze derde keer bezichtigde Huygens Zuid-Beveland uitgebreid door een tocht van twee dagen te maken van oost naar west en weer terug door het eiland. Hiermee kan gezegd worden dat Huygens Zuid-Beveland goed kende. Noten: 1. Dagboek van Constantijn Huygens, uitgegeven door J.H.W. Unger, Amsterdam 1885. Het is een soort dagregister met zeer sumiere in het latijn gestelde aantekeningen die als geheugensteuntjes zullen zijn bedoeld. 2. Smit meende in zijn biografie van Huygens ten onrechte dat 't Keysershooft een herberg in Goes was. Dr. Jacob Smit, De grootmeester van woord- en snarenspel, het leven Constantijn Huygens. 's-Gravenhage 1980, blz. 159. Het fort lag in de toenmalige polder Vaikenisse, even ten zuiden van het dorp van die naam, op een punt dat nu in de Westerschelde ligt, op een afstand van nagenoeg 2250 m. uit de kruin van de huidige zeedijk, in een lijn gericht over de kerktoren van Waarde en de radartoren in de hoek van de zeedijk aldaar. Het fort ging bij de stormvloed van 1682 ten onder. 3. Smit, a.w. blz. 192. GREPEN UIT HET GOESE ONDERWIJS ROND 1830 (II), door A.L. Kort. In een voordracht aan de in 1839 opgerichte Zuid-Bevelandse onderwijzersvereniging schetst de Goese hoofdonderwijzer J.K.A. Cromjongh een beeld van de ideale onder wijzer:

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1986 | | pagina 16