18 "De benoeming van den heer Frowein, die zich geroepen voelt "om buiten de school de meest revolutionaire beginselen te "verkondigen, zou, vreesde de burgemeester, in het nadeel "zijn van de HBS. Ook achtte de burgemeester hem niet ge schikt voor deze betrekking, op grond van de openbaarheid, "die de heer Frowein indertijd gegeven had aan eene bespre- "king, door hem met den inspecteur van het middelbaar on- "derwijs gevoerd" (4). De betrokkenheid van Frowein bij de arbeidersbeweging, zijn agitatie voor uitbreiding van het kiesrecht, zijn omgang met uitgesproken revolutionaire figuren als Domela Nieuwen- huis, met wie hij samen in het Internationaal bestuur van Vrijdenkers zat; dit alles werd hem door de lokale macht hebbers niet in dank afgenomen (5). De Goese liberale bur gemeester J.G. de Witt Hamer bezorgde hem een slechte refe rentie. Zijn houding tegenover Frowein laat ons zien aan welke willekeur van het bevoegd gezag een negentiende eeuw- se leraar was onderworpen, en maakt bovendien duidelijk, dat bij vacatures in het onderwijs politieke argumenten voor het gemeentebestuur zwaarder wogen dan pedagogische. No ten 1. G. van der Wal, M.J. de Witt Hamer, in HJZNB 1986. 2. GA. Goes, Arch. Comm. Toezicht Midd.Ond., ongeïnv. corr.brief 14 juli 1886. 3. GA. Goes, Idem, raadsbesluit 2 augustus 1886. 4. GC. 22 januari 1887. 5. Voor de verbinding van Frowein, zie: Van der Wal, 92 en 107.

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1988 | | pagina 18