26
pers gesproken over "den hoek daer 't Monnekenhuys ln
staat", daarna luidt de hoeknaam "den houck daar 't Mun-
nickenhuys plagh te staan".
EIGENAREN 1604-1668:
1604 Nicolaas Sterck 6 gem.295
1611 Nicolaas Sterck ld.
1618 Matheeus van der Erve ld.
1625 Matheeus van der Erve ld.
1632 Cornelia Matheeus van
der Erve ld.
1639 Jacob Cornelisz. Oije ld.
1646 Jacob Oije ld.
1653 Jacob Oije ld.
1668 wed. Johannes Verdlest ld.
N.B. b. baander.
r. (b. Ingel Dominicus)
(b. Crijn Jacobs)
(b. Jan Heunsse)
b. Pieter Pieterse Kempe)
b. Pieter Pieterse Kempe)
b. Willem van Deurloo)
b. Pieter Gelock)
b. Pieter Gelock)
eigen gebruik).
Door middel van een door schout en schepenen van Kattendij-
ke opgemaakte akte van 9 januari 1676 zijn we nader geïn
formeerd over de condities en voorwaarden van de verkoop
door de weduwe van Johannes Verdlest aan Marinus Ossewaar-
de. Uit de belendingen blijkt dat "Monnikenhof" nagenoeg
geheel omringd was met boomgaarden. Naast het woonhuis be
stond het geheel toen uit "twee schuuren, bakkeet en regen
bak, wagenhuis, schaapskoy, varkenskoten en twee duiven-
huisen". Verder wordt gesproken over gepachte gronden ter
grootte van 70 gem. 213 r. met een pachtprijs van 25 schel
lingen per gemet. In het voorgaande zagen we dat "Monniken
hof" was gelegen op een eigendomsgrootte van 6 gem. 295 r.
Marinus Ossewaarde kocht voor eigen gebruik (waarschijn
lijk in het najaar van 1675) alleen de hofstede en de boom
gaard die tussen de dijk en de hofstede lag (grootte 1 gem.
181 r.). Dit komt overeen met de eigendomsregistratie in de
overloper van 1682. Het resterende gedeelte ter grootte van
5 gem. 114 r. bleef in handen van de weduwe van Johannes
Verdlest. Marinus Ossewaarde was sedert 1672 schepen van
Goes en vanaf 1707 burgemeester. Waarschijnlijk heeft Os
sewaarde de hofstede alleen als zomerverblijf gebruikt.