28 die volgens de voorgaande overlopers een oppervlakte be sloeg van 1 gem. 181 r. valt bij de kadastrale opmeting sa men met de perceelsnummers 8 32 bis, B 33 en 34 bis. Het perceelsonderscheid naar soort leert ons, dat de hofstede evenals 150 jaar eerder nog grotendeels omringd was met boomgaarden. Wel hadden zich inmiddels belangrijke eigen domsveranderingen voorgedaan. De "Monnikensectie" (Katten- dijke, sectie B) was bij de kadastrale registratie groten deels in het bezit van ambachtsheer Johan Willem baron van Huyssen van Kattendijke. Leden van de familie Huyssen van Kattendijke hadden al se dert het begin van de 16de eeuw bezittingen in het ambacht Kattendijke. De heerlijkheid Kattendijke kwam in 1612 door koop in handen van mr. Johan Huyssen (afbeelding 3). Hij was onder meer pensionaris van Goes. De vader van mr. Johan had als pensionaris van Rotterdam deze stad verlaten in verband met de politieke beroering in 1572. Johan Huyssen ging in 1599 met ambassadeur Cornells van Aerssen naar Frankrijk en werd aldaar in 1610 door koning Lodewijk XIII in de adelstand verheven. Door achtereenvolgende generaties uit dit geslacht is het grondeigendom van deze familie in dit gebied aanzienlijk vergroot. Johan Willem baron Huyssen van Kattendijke - de eigenaar in 1832 - overlijdt op 12 mei 1854 In Parijs. Hij laat "Monni kenhof" na aan zijn zoon Johan Maria baron Huyssen van Kat tendijke. In de opgemaakte "akte van onderhandsche schei ding" van zijn nalatenschap vinden we onder artikel 54 "Monnikenhof" met de bij de boerderij behorende gronden, waaraan een geschatte waarde van f. 21 .140,25 wordt toege kend Deze bezitting wordt als volgt nader omschreven: "Eene hofstede, bestaand uit woonhuis, schuur, bakkeet, "arbeidershuis op de werf en verder getimmerte, genaamd "Monnikenhof, wijk A no. 30, onder de gemeente Kattendijke, "met 50 bunders 41 roeden 47 ellen, hof, boomgaard, weide "en zaailanden, bij het kadaster bekend als volgt: Katten- "dijke sectie A, nr. 229, 299, 300, 301, 302, 330, 331, "356, 362, 365 en 441. Sectie B, nr. 29-39 (met bis-num- "mers), 44, 46, 47, 161, 352, 354, 391, 392, 330 en 221. "Kloetinge sectie 8, nr. 299, 302, 347, 348, 461, 462,

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1989 | | pagina 28