In 1912 werd mejStokmans opgevolgd door mej. L.R. Huis- sen, die deze betrekking bekleedde tot 1913 en niet alleen een akte bezat in de nuttige, maar ook in de fraaie hand werken. Na mej. Huissen kwam mej. M.F. Klaassen van Middel burg, die ook alleen les in de nuttige handwerken had te geven en dit van 1913 tot 1917 deed. 1898-1917 A. Amoldi, die in 1898 tot hoofd der school was benoemd. 1917-1921 I.J.E. Feleus, die na een 4jarige arbeid om gezondheidsredenen zijn ontslag moest aan vragen. Hij werd in de andere vakken bijge staan door: 1917-1919 mej. Cath. van Boven, die in den korten tijd dat ze hier werkzaam was 2 malen een half jaar ziekenverlof moest aanvragen. Als tij delijke krachten traden mej. Kloosterman en vervolgens mej. T. Berg op. In 1919 vroeg en verkreeg mej. Van Boven haar ontslag en werd opgevolgd door: 1919-1922 mej. Everse. 1921- W.M. Louwerse, hoofd der school (tot 1959). 1920-1930 H.A. Minnaard onderwijzer. 1922-1928 mej. E.M.P. Thie uit Middelburg, onderwij zeres. De heer Minnaard werd benoemd tot hoofd van de openbare school te Baarland en mej. Thie vertrok naar Rotterdam. 1928- mej. E. Meijaard, onderwijzeres (tot 1953). 1930-1935 L.P. Pieterse, die in 1935 op wachtgeld kwam daar het aantal leerlingen te gering was. Meester Feleus weet in dit hoofdstuk nog te vertellen dat een in 1814 geboren inwoner van Kattendijke, zoals deze hem zelf vertelde, meer spijbelde dan de school bezocht. Omdat hij dermate achter raakte in het leren lezen en schrijven, moest hij zich gedurende lange weken zich op school bezig houden met het hardop lezen van de letters van het alfabet. Hij deed dit aan de hand van een blaadje, dat de meester hem had gegeven. Zijn voortdurende geroep door de klas werd aanleiding dat een medeleerling hem de raad gaf om het blaadje maar op te eten. Op die manier zou hij de letters sneller in zijn hoofd krijgen. Het werd toen stil in de 8

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1989 | | pagina 8