DE GESCHIEDENIS VAN DE MYCOLOGIE EN ENKELE BEOEFENAREN ER VAN IN ZEELAND, door W.D.J. Kuijs. Inleiding In mijn werk "De paddestoelen van Zuid-Beveland" werden enkele aspecten van de geschiedenis van de mycologie in Zeeland behandeld. Onder mycologie verstaan we de padde- stoelkunde. Op verzoek van de redactie van de Heemkundige Kring heb Ik een artikel over deze materie geschreven. Ik zal in chronologische volgorde vier personen bespreken die zich met de mycologie hebben bezig gehouden en die een band hadden met Zeeland. HADRIANUS JUNIUS. Doctor Hadrianus Junius, in onze tijd zou hij Adriaan de Jonge heten, is geboren op 1 juni 1511 te Hoorn. Hij stu deerde in Leuven geneeskunde en wijsbegeerte, promoveerde in Bologna, de oudste universiteit van Europa, en werd rec tor van de Latijnse school te Alkmaar. Later (1551) ook te Haarlem waar hij tevens een aanstelling kreeg tot stadsdoc tor. In de tweede echt trouwde hij met Adriana Simonsd. Hasselaar, de zuster van de bekende Kenau. Hij was lijfarts van de Hertog van Norfolk in Engeland, opvoeder van de Deense kroonprins Christiaan en in 1574 enige tijd lijfarts van Prins Willem van Oranje. Bovendien was hij sedert 1564 geschiedschrijver van de Staten van Holland. In 1574 besloot hij zich in Middelburg te vestigen. Bij het beleg van Haarlem was zijn bibliotheek verloren gegaan en hij wilde In een rustige omgeving opnieuw beginnen. Kenau Simonsd. Hasselaar vertrok gelijktijdig naar Arnemuiden. De magistraat van Middelburg bood hem een woning aan in de Ab dij en stelde de vermaarde geleerde aan tot stadsdoctor. Junius overleed echter in 1575 en werd begraven in de Koor kerk te Middelburg. Wat deze Hadrianus Junius nu met padde stoelen te maken had komt even verder aan de orde. In de provincie Zeeland zijn tot heden vondsten bekend van drie soorten stinkzwammen, te weten: Mutinus caninus kleine stinkzwam. Phallus impudicus grote stinkzwam. Phallus hadriani duinstinkzwam.

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1989 | | pagina 11