1814: Verkoop no. 1.
Een familielid - mr. Aarnout van Citters (directeur van de
Directe en Indirecte belastingen in Zeeland te Middelburg)
verzoekt ten overstaan van de notarissen Adrianus de Jong
en J. Soetebier in zijn kwaliteit als "Executeur in genoem
de nalatenschap" aan de meestbiedende deze te veilen te 's—
Gravenpolder in de herberg van Pieter de Broekert om 6 uur
"s avonds een buitenplaats met deszelfs heerenhuislnge (no.
44), koepel, tuinmanswoning, koetshuis en verdere timmering
genaamd Zomerrust, met bosschen, beplante weyen, boomgaar
den met moestuin, samen 39 gemeten, 295 roeden.
Voorwaarden onder meer: tuinman Pieter Kooman in dienst te
houden tot 1 mei 1815 en huisvesting te verlenen. De bui
tenplaats is onverkocht gebleven. Op 7 november 1814 was er
nog verkoop op de buitenplaats (ten overstaan van genoemde
notarissen) van een grote partij tuinmansgereedschappen,
broeibakken, broeiramen, ladders, 2 boten, visch- en tuin-
netten. Op een later tijdstip is het ons "onbekende" ge
bouw gesloopt. In de "Franse" periode zijn verschillende
buitenhuizen gesloopt, mogelijk ook Zomerrust.
Een kleine aanwijzing omtrent de sloop van het buiten geeft
de latere verkoop van de hofstede, behorende tot het land
goed
25-26 okt. 1814: verkoop hofstede no. 45 (naamloos; notaris
Adrianus de Jong).
21 mei 1845: verkoop hofstede no. 45 (naamloos; notaris
Andrles Smallegange)
9 dec. 1845: verkoop hofstede no. 45 (naamloos; notaris
Andries Smallegange).
In de kantlijn van de koopakte wordt een door alle getuigen
getekende toevoeging goedgekeurd, namelijk: genaamd Zomer
rust. Koper is de heer Jacobus Brevet, burgemeester en no
taris te IJzendijke. Waarschijnlijk is door Brevet de naam
van het gesloopte buiten toen overgebracht op de boerderij.
Op een kadastrale kaart van Kloetinge uit. 1823 komt de
plattegrond van het buiten niet meer voor.
1814: verkoop no. 2
Een capitale hofstede met deszelfs huizinge, schuur, keete
en verdere timmeringe, staande in de gemeente Kloetinge no.