16 maart 1617 bij een verkoop van goederen van Heyndrick
Janszoon Maes op Zwartepoorte tot Blanskinderen
Blans - Blaans - ook wel Blaamskinderende waarschijnlijke
verbasteringen van de naam van Joan Adriaenssen Blancx, in
1556 dijkgraaf van de Brede Watering Bewesten Yerseke, la
ter opperdijkgraaf van de Bevelanden en Wolphaartsdijk,
rentmeester van Kloetinge, overleden te Goes in 1587. De
vroegere oude hofstede Blaamskinderen bij de vliedberg zou
het bezit van J.A. Blanckx geweest kunnen zijn in verband
met de naamgeving uit die vroege tijd, mede gezien het
grondbezit van Blanckx in Kloetinge waaronder het Busch aan
de "s-Gravenpoldersewegevenzo bezit van dijkgraaf-burge
meester Soetwater (Cornelis Adriaanse Soetwater, secretaris
van Kloetinge in 1595) in 1619 te Goes, en van burgemeester
Jacob Nollens, 1697. Toch zijn er geen bewijzen aan te voe
ren dat de buitenplaats Zomerrust de woonplaats of zomerre
sidentie van een dezer heren geweest is. Ondanks dat er in
1601 sprake is van het buitenhuis van de heer Soetwater in
de Groe, met de aanduiding "in t Busch".
De nu nog alleenstaande overgebleven boerderijwoning Zomer
rust heeft monumentale overeenkomsten in bouw en leeftijd
van de eerder genoemde hofsteden Welgelegen en Altijd Sorg.
De Rijksdienst voor Monumentenzorg heeft in 1966 de bijzon
der fraaie oostelijke zijgevel van Zomerrust in bescherming
genomen. Het interieur was toen reeds door verbouwingen
niet meer in oorspronkelijke staat. Omtrent de leeftijd be
staat geen zekerheid. De vele zogenaamde muurankers in de
voor- en achtergevel, ter versterking van de verbindingen
met de zeer zware balken voor de grote hoge graanzolder,
vermelden helaas niet het bouwjaar. Gezien de gebruikte ma
terialen (lange, platte gele Utrechtse of IJsselstenen, nu
smetteloos wit geverfd) en de indeling van de oorspronke
lijke bouw kan deze gedateerd worden uit de 17de of 18de
eeuw te zijn, volgens Monumentenzorg.
De hoofdingang ligt met enkele treden iets verhoogd in de
spitse oostelijke gevel, zulks in verband met de zwaar ge
welfde kelder en de daarboven gelegen opkamer (afmetingen:
3,70 x 3,65). De entree is een bijna vierkante ruimte hal
(afmetingen: 3,70 x 3,40) waarin zich een deur bevindt naar
het opkamertje en een deur naar de ruime "herenkamer" (4,50