per dag laten verdienen? Wat verdiende Van der Endt per week voor hij bij mij in dienst trad? Nu hij echter onder mijn leiding en ter mijner koste de kunstmatige oesterteelt geleerd heeft, hebt gij hem voor f. 12,- per week weggekoch t C.L. de Meulemeester De hierboven genoemde dr. Van Renterghem maakte via een omweg zijn entree in de oesterwereld. In 1851 associeerde hij zich met de heren Van Balen en Soutendam onder de firmanaam Dr. C.A. van Renterghem Co., met het doel een stoommeekrapfabriek te Goes bouwen en te exploiteren. Het duurde niet lang of de firma kreeg concurrentie: aan de overzijde van de haven verrees een zelfde fabriek onder directie van Otto Verhagen. De eerste jaren verliepen voor beide ondernemingen voordelig, er verscheen bij Van Renterghem zelfs een 2de stoomketel. Er werd veel geld geïnvesteerd om met zijn tijd mee te gaan, doch de prijzen voor meekrap daalden, het reservekapitaal slonk weg. In 1861 ging Van Renterghem, hij was toen 56 jaar, failliet. Alle bezittingen werden verkocht en hij hernam de medische praktijk. In 1869-1870 werden percelen verpacht ter exploi tatie van de kunstmatige oesterteelt en Van Renterghem wilde hierin deelnemen. Hij vond in de jonge brouwer C.L. de Meulemeester een compagnon. Deze pachtte enige percelen, omdat Van Renterghem dit vanwege zijn faillisement niet zelf kon doen. Van nu af was al Van Renterghem's hoop om fortuin te maken gevestigd op dat land van beloften. Yerseke werd al spoedig een "Dorado" en als een "Klondyke" ingeschat. Hoog en laag nam aandelen in kleinere en grotere maatschappijen. Omtrent 1876 gingen Van Renterghem en De Meulemeester vriendschappelijk uit elkaar. Zoon Jan van Renterghem werd nu directeur gemaakt van een nieuwe onder neming. De zaak werd gedoopt met de naam "Triton". Zoon Henry fungeerde als buitenlands agent, vooral in Engeland. Van Renterghem kon in 1882-1886 bogen op een rijkdom in contanten van f. 150.000,- en een rijke voorraad oesters. Zoals enkele anderen ging Van Renterghem proeven nemen in de Zuiderzee, waarbij hij een schadepost opliep van f. 75.000,-. De winter van 1890 op 1891 bracht een drie maanden durende vorst van soms 20 tot 24 graden onder nul. 12

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1990 | | pagina 14